6
4 AUG. 1931
1 O
1 <2/
den h eer Theunisse, doch zou de zaak
eerst naar B. en W. willen renvoyeereij
die dan de vollgende vergadering inet een
foorstel kunnen komen.
VOORZ. Dat gaat niet, want we moeten
binnen 30 dagen beslissen.
dhr. HERBERS wil het voorstel van
den heer Theunisse nog vandaag afwerken.
Dit voorstel wordt zonder hoofdelijke
(stemming aangenomen.
Zoodat aan P. M. M. Koenraadt en A.
M. Brooymans voor het vervoer hunner
(kinderen resp. naar de Bijzondere R.K.
'U.L.O.-School en Bijlzonder R.K. Meisjes
school te Steenbergen een vergoeding ]zai
worden verleend van één gulden per jaar.
i. Schrijven d.d. 17 Juli 1931 van
de groep gemeente-ambtenaren der
A.R.K.A. inzake het niet hooren der
■^y,_r -tSSftV- organisaties bij bezoldigings-aaugele-
genheden (Stukken no. 59.)
in naar s chrijven merkt de organisatie
het volgende op
De groep Gemeente-ambtenaren der af-
Ideeling Bergen op Zoom e.o. van de A. \R.
K A vernam dat over het voorstel der
^Salariscommissie om het besluit tot een
pensioensverliaal van 81/2 pCt. te tiand-
'haven, voor de tweede maal in een on
voltallige vergadering de stemmen staak
ten, zoodat dit voorstel geacht wordt-
niet te zijd aangenomen.
Voornoemde groep in vergadering bij
een op 3 Juli 1931, besloot met alge-
meene stemmen aan Uwen Raad haar leeif
wezen kenbaar te maken over liet feit, dat
een zoo belangrijke aangelegenheid als de
onderhavige door een puibliekrechterlijlk
conege met een overgroote Roomsch Ka
tholieke meerderheid is afgehandeld, zon
der de R. K. Ambtenaarsorganisaties daar
in te hooren-; niettegenstaande deze tij
dig beleefd verzochten ter zake te wor
den gehoord.
dhr HEBBERS. Als wij! een vrijgestelde
van de organisatie in de vergadering krijl
gen dan komen die menschen met cijfers
en alle mogelijke gegevens. Zoo is Vorig'
jaar gebeurd met den heer Klein, de afge
vaardigde van den Politiebond. Niettegen
Is taande ik officieefe Cijfers had, werd ik'
toch als een leugenaar beschouwd. De
(Raad vertrouwt dan wel de cijfers van de
(organisaties, maar niet die van mij1.
Tegen dergelijke dingen moet ik mij ver-
izetten, men moet maar bewijzen of ik een
jUtu-enaar ben of niet, en anders moe ha J
we maar geen organisaties hooren.
dhr. MOORS. In den tegenwoordigen
lijd van het georganiseerd overleg, kan