9 SEP. 1930 ia*4£s- kwalificeerd alls een boos; misleider. Ik veel echter dat het billijk is dat hier voor den heer Molendijk iets wordt gedaan. iWe zouden b.v. voor een bepaald aantal keu ringen een premie kunnen geven. Het gaat voor ons toch niet aan om den Raad van Dinleloord geheel en al te passieeren, en daarom ben ik wel bereid om een kleinig heid te doen. Ik zou daarom evenals dat voor de politie-agenten die buitengewone werkzaamheden hebben verricht een gra tificatie willen uittrekken, en het bedrag daarvan ieder jaar opnieuw vaststellen. Voor 1929 zouden we b.v. een toelage kunnen geven van f 150. Als dan het aan tal keuringen omlaag gaat kunnen we deze gratificatie weer intrekken. dhr. van Bergen. Ik heb ook de ver gadering van de Commissie voor den Vleeschkeuringsdienst bijgewoond, en ik heb daar als mijn meening te kennen ge geven dat ik tegen verhooging 'ben. Dit standpunt blijf ik handhaven. Wanneer wij hei salaris van een keuringsveearts gaan verhoogen, dan hebben de slagers ook recht op vermindering van het keurloon, en daarop is afwijzend beschikt. De vo rige vergadering is gezegd „Zoo kweekt men Commjunisten, zoo kweekt men on tevredenheid", maar zoo kweekt mein tnijhs inziens ook ontevredenheid. Ik blijf daarom bij mijn gezegde dat de keurings veearts van Dinteloord alles in tijd van één uur kan afdoen. In tegenstelling met Steenbergen, waar de keuringsveeartsen groote verplaatsingskosten hébben. Gaat men nu, het salaris van den Keuringsvee arts verhoogen, dan hebben de slagers ook récht op vermindering van keurloonen. dhr. BASELIER. Toen de keuringsdienst tot stand kwam' hebben de veeartsen allies gedaan om benoemd te worden. Nu is rnidsehien het aantal keuringen wel wat vermeerderd, maar wie kan zeggen dat het over een jaar weer niet zal verminderen. Ik beJchouw het keurmeesterschap als een nevenbetrekking, en sta gelijk tegen over alle veeartsten. Ik vind het een ge vaarlijk precedent om op dit oogehbfik het salaris van den heer Molendijk te gaan verhoogen. Ik zou daarom' de beslissing op dit verzoek eens een jaar Wil lie n |uit isteuen, dan kan ieder raadslid thuis dé zaak eens in studie nemlen, en overwegen of er termen aanwezig zijn om tot salaris- verhooging over le gaan. Ik kan thans mijn slem nog niet voor een verhooging geven. VOORZ. De heer Vogelaar heeft zoo juist het schrijven van den heer Molendijk voorgelezen, waarin verschillende vragen worden gesteld. Wanneer ik terugga naar ICO \J \_j

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1930 | | pagina 86