s.
2 9 JUL11930
H M. de Koningin gericht adres.
De Commissie is van meening dat zij
onbevoegd is om over genoemd schrijven
een oordeel uit te spreken daar de in
tiet verzoek aangehaalde plaatsen te ver
van deze gemeente gelegen zijn, terwijl
bovendien de commissie zich niet kan
voorstellen, dat deze gemeente eenig be
lang bij een eventueele gunstige oplos
sing van de in het schrijven genoemde auto
busdiensten kan hebben.
Met algemeene stemmen Wordt conform
het voorstel der Verkeers-eommissie be
sloten.
VOORZ. Nog is ingekomen een schrijven
van het gemeentebestuur van Dinteloord
waarin wordt verzocht te willen mede-
deelen waarom het verzoek van dien
Keurings-veearts dhr. Molendijk om ver
hooging van salaris is afgewezen of voor
kennisgeving aangenomen.
We kunnen het gemeentebestuur van
Dinteloord mededeelen dat deze zaak zal
worden afgehandeld zoodra net rapport
van de Commissie voor den Vleescihkeu-
ringsdienst is ingekomen.
dhr. HERBERS. Destijds is gezegd dat
het verzoek van dhr. Molendijk niet in
behandeling kan worden genomen omdat
deze zich eerst tot den Burgemeester van
Dinteloord moet wenden. Ik heb aaar
destijds geen bezwaar tegen gemaakt, om
dat ik de verhouding tusschen den Burge
meester en dhr. Molendijk niet kende;,
maar nu vind ik toch dat de Iiaac^ vani
Steenbergen te ver gaat.
Wanneer adressant een quaestie heeft
met den Burgemeester van Dinteloord^
dan is het verkeerd dat hij naar dezien
wordt verwezen. Daarom1 acht ik liet beter
dat het vorig besluit wordt ingetrokken
en dhr. Molendijk in de gelegenheid ge
ste, d wordt om deze zaak schriftelijk af
te doen. Men kan bijzondere redenen heb
ben om niet naar iemand toe te gaan.
De Raad van Steenbergen moet daar bui
ten blijven; het is verkeerd om Molendijk
te verplichten naar den Burgemeester te
gaan.
VOORZ. Ik ben van meening dat het
be,luit zeer juist is. Wanneer een amb
tenaar een of ander verzoek indient aan
hel Bestuur waaraan hij ondergeschikt
is, dan heeft hij op de eerste plaats daar
zijn onmiddellijke Superieuren te ken
nen. Derhalve heeft dhr. Molendijk zich
te wenden, tot den Burgemeester van Din
teioord, die lid is van de Commissie voor
den Vleets'Chkeuringsdienst.
dhr HERBERS. Ik ben het met U niet
eens. Wij moeten ons niet in die kwestie
18