2?4
2 3 JUNi iaju
15
eerst eens een jaar willen probeercn, met
de regeling zooals de financieele 'Com
missie die voorstelt
dhr. van BERGEN. Dit is ook de bedoe
ling der Commissie en B. en W. Eerst
eens een jaar probeeren met aanslagen
tot f 700 en daarna overwegen of dit
bedrag misschien tot f 800 kan worden op
gevoerd.
7. RAPPORT DER FINANCIEELE COM
MISSIE BETREFFENDE TOEPASSING
VAN ART. 13 DER L.O.-WET (Stukken no
58.)
De financieele Commissie deelt in haar
rapporl het volgende mede
Aan de Financieele Commissie werd
verzocht een raadsbesluit te willen for
muleeren aan de hand waarvan het mo
gelijk zal zijn de hoegrootheid der ver
goeding of tegemoetkoming ex art. 13,
le lid der L.O. 1920 voor elk voorkomend
gevai vast te stellen.
De Commissie heeft de mogelijkheid
van zoodanig besluit nagegaan en is tot
de conclusie gekomen dat het oijna on
doenlijk zal zijn naar billijkheid alle ge
vallen of bijha aile gevallen onder te
brengen in een enkel raadsbesluit.
Ze is dan ook de meening toegedaan,
dal de Raad in deze kwestie elk voor
komend geval afzonderlijk zaï hebben te
beoordeelen.
Het wetsartikel sluit voor niemand te
gemoetkoming of vergoeding uit als aan
de voorwaarden daarin genoemd is vol
daan.
Evenwel kan de financieele draagkracht
van den aanvrager van invloed zijn bij de
oepaling van de hoegrootheid van den
steun.
Dit moet volgens het oordeel van de
Commissie zoodanig worden opgevat dat,
wanneer iemand die naar het oordeel van
den Raad financieel bekwaam is zelf de
kosten voor het vervoer van zijn leer
plichtige kinderen te betalten e(n in aan
merking komt voor tegemoetkoming in
dm kosten deze tegemoetkoming op een
minimum bedrag b.v. f5 of minder per
jaar en per leerling zoolang het leer
plichtig is, zal worden vastgesteld.
Bij de beoordeeiing van de financieele
bekwaamheid kan door den Raad wor
den gebruik gemaakt van den aanslag in
de Rijksinkomstenbelasting van den aan
vrager doch behoeft deze maatstaf niet uit
sluitend te worden aangelegd.
Dit rapport wordt met algemeene stem
men aangenomen.
