W-/-
229
10
/y-
/yyUsC**
den Bergh en Sw^emakiiii^
Tégen de heeren Bazelier, Theunis.se,
en Moors.
VOORZ. Ik kan den Raad mededcelen
dat ik van dit besluit in beroep zal |gaan
3. GOEDKEURING REKENING GEZOND
HEIDS COMMISSIE 1930.
Deze Rekening wordt met algemeiene
stemmen goedgekeurd in ontvangsten op
f2542,85, Uitgaven f 2088,42. Batig slot
f 454.42s. Bijdrage der gemeente Steen
bergen f 349.58
4. vaststeliing DIVERSE BELAS
TING-VERORDENINGEN, IN VERBAnD
MET FINANCIEELE VERHOUDING RIJK
EN GEMEENTEN. (Stukken 55 t/m 55 f)
De financieele Commissie deelt in haar
rapport het volgende mede
Nu de werkzaamheden, welkte zulten
leiden tot vaststelling van het bedrag uit
te keeren aan de geme(enten uit het ge
meente-fonds, grootendeels achter den
rug zijn acht de financieele commissie
den tijd gekomen om over te gaan tot'jhet
vaststellen van de verordeningen tot hef
fing der diverse belastingen, welue ver
band houden met de wet van 15 Juli
1929 (Stb. 388) houdende helrziening van
de financieele verhouding tusiscben het
Rijk en d e Gemeenten.
Hoewel door de zorg van Burgemeester
en Wethouders aan alle raadsleden elen
practische handleiding is verstrekt, uit
eenzettend de werkzaamheden en de ge
volgen voor de gemeenten door de in
werking treding van de nieuwe wet acht
de Commissie het niet overbodig hier in
het kort te memoreeren, welke belastin
gen voor de gemeenten komen te ver
vallen, welke nieuwe belastingen er in
het leven worden geroepen en de ver
dere wijzigingen welke in het gemeentelijk
be.astingstelseito uilen plaats grijpen.
Door de wet van 15 Juli 1929 komenlte
vervallen
1. de plaatselijke inkomstenbelasting
2. de opcenten op de Rijksinkomstenbe
lasting.
In verband hiermede zal mede konten
te vervallen de belasting voor werk- of
industrie forens.
Ingesteld wordt een fonds, waarvan
de inkomsten onder de gemeenten worden
verdeeld.
De gemeenten ontvangen over elk jaar
lijksch tijdvak van 1 Mei tot 30 April:
a. een uitkeering van 75 pCt. der jaar
wedde van den Burgemeester en Secre
taris, voigens de regeling geldende op 1
I I
i
