#JU.
<ur
1 9 DLU I93U
Dji
25
T O 4
'dal zoo iets is voorgevallen. Dat zoo iets
gebeurd is door B. en W. is editor
voor mij nog geen voldoende motief om
lien te gaan wantrouwen. Ik koester noch
tegen den Burgemeester, noch tegen dé
Wethouders of den Secretaris eenig wan
trouwen, want mijn overtuiging is dat
zij volkomen te goeder trouw hebben ge
handeld. Toen ik een bewijs van Neder
landerschap haalde heb ik zelf ook een
gulden moeten betalen. En als B. lein
W nu werkelijk met kwade neigingen had
den gewerkt dan zouden ze toch aan jcen
raadslid geen te hoog bedrag hebben ge
vraagd.
Ons Burgerlijk huis staal thans te schud
deii op zijn fundamenten en wie weet
or het niet nog eens in elkaar valt. 'AV'ij «als
raadsleden zijn verplicht de Gemeentewet
pn dé Gemeente-verordeningen na té lévén
Wat zegt men thans Wie weet wat
er nog gestolen is. Nu dit reeds aan, deji
dag gekomen is, behoeft men niet te
vragen wat er nog meer zit. Ik heb >iier
in dit College steeds gewaarschuwd voor
naieving van de Gemeentewet. Had men
maar naar die waarschuwing geluisterd;
dan zou dit geval zich niet hebben Voor
gedaan, maar dan zou er ook geen 'raads
lid gekomen zijn dat briefjes1 ging schrijven
en ruggespraak houden. Dat is ook in
strijd met de Gemeentewet. Nog kort ge
leden is in de begrooting opgenomen eén
post voor verbetering van de Beerenstraat
met keien die afkomstig zijn uit de Kaai-
slraat, Mijnheer Herbers zat toen zeilf
in de Commissie. De keien uit de Kaai-
jtr .al zijn echter opgebroken en vervoerd
naar Kladde en Koevering voor wegver-
bc.lering. En aan de Beerenstraat is nog
niet gedaan. Maar daar zegt mijnheer Her
bers niets van.
VOORZ. Ik kan den heer Herbers heel
kort van antwoord dienen. Over de ge-
hecle zaak is veel meer gezégd en (ge
schreven dan dergelijke dingen waard zijn.
Dit is niet alleen mijn meening maar ook
die der Wethouders. Als de heer Herbers
zegt dat de Raad inet deze aangelegenheid
niet op de hoogte was:, dan wil' (ik1 hem
verwijzen naar de notulen. Ook de Com
missie.» wisten er v an. Ik heb verschil
lende Commissieleden ik zal hier geen
namen noemen meermalen liooren zeg
gen „We krijgen toch een sigaartje V'
Verder zal ik er niet meer op tingaan;
naar mijne meening en naar uie van! (d;e
Wethouders is de zaak thans; voldoende
besproken.
dhr. HERBERS. ik blijf op mijn stand
punt staan dat geen enkel raadslid wist