329
1 9 DEC.1930
raadslid II er be rs was niet klein te krijgen,
was steeds op zijn que vive. En Wat was
na a: mijn vernederingen het resultaat 1 M
*--* ie V. vraagt het thans iedere Nederiand-
s'( he Staatsburger, de groote en kleine 'pers
heeft het naar alle kanten uitgebazuind:
„Herbers had gelijk, de zaak was niet in
orde, z'elfs zeer ernstig."
Thans staat de zaak zoo dat degene die
mij als een karakterloos individu typeerde,
zelf het boetekleed kan aantrekken
M. de V. in de voorlaatste vergadering
deed U mij de toezegging dal U 'mij (de
gf.heelc administratie in zijn volle omgang
zou laten zien, in de vorige vergadering
heh ik uitvoerig uiteengezet, hoe de Se
cretaris mij belette alles te conlroleeren,
die houding was niet alleen verdacht),
maar maakte tevens inbreuk op het rechl
wat een Raadslid door de wel is toegekend
en thans nu we weer een vergadering ^er-
der zijn ben ik nog niets w'ijlzer geworden.
Ik weet wel dat de zaak door) den 'Bosch
onderzocht is, maar ik wil zelf ook We
ten hoe de boel in elkaar zit. Daar hleb
ik als Raadslid recht op, want het betreft
hier centen van de belastingbetalers
M. de V. Toen ik even de lijst van
de geheime pot inzag, zag ik daarop' ver
meld
1926 2 Februari
'Entree kaar ten verkoop i' 70.—
1926 2 Februari
Voor Dansvergunning f 25.25
1926 13 Maart
Rente Obligatie f 50.—
Dat was in vijf weken tijd een be
drag van f 145,25
Verdere aanteekeningen zijn mij get
weigerd, maar zoo is men door gegaan
tot en met 9 September 1930 toen ;door
mij de zaak aan het licht werd gebracht.
M. de V. aan de Persvertegenwoordi
gers van de „Telegraaf" en „Dagniad van
Noord-Brabant" hebt U verteld dal de
Raad met alies op de hoogte was. Hierdoor
kwam ik weer in een verkeerd daglicht
te staan en daarom moet ik vandaagf
spreken, want als ik er van overtuigd,
oen dat ik het ware voorheb, zal ik ook
voor mijn standpunt vechten. :vl. de V.
Ik zou mij hier in deze Raadsvergadering
schamen ik zou mijn medeleden niet
onder de oogen durven zien als ik met
de zaak op de hoogte was geweest. Had
ik wel alles geweten, dan zou mijn| oplre
den een laagheid zijn geweest en laagl-
hedten M. de V. heb ik al voldoende on
dervonden om er zelf niet toe over Ie
gaan. Dan zou hel Raadslid Herbers,
Herpers niet zijn.
23