A 1: 0 o j. (J Bij brief vail 8 OctnBo^318 be richten wij U, dat Wij het oogenblik1 ge komen achtten om een herziening der wed den van de Burgemeesters, de Secretaris sen en Ontvangers van verschillende ge meenten in dit gewest voor te bereiden. Wij legden U tevens een ontwerp be sluit ter beoordeeling voor. In verscheidene gemeenteraden is be zorgdheid voor de naaste toekomst uit gesproken. Veel gemeenteraden zien ér tegen op, dat de begrooting ook maar e-nigszi'.s vcrdt bezwaard. Sedert begin October is de economische crisis veel h eviger geworden. Ook wij ach ten het thans niet den geschikten tijd pm (uitvoering te geven aan on,si voornemen tot herziening der alge mee ne wedderegé- ling. Wij hopen dat de tijdsomstandigheden eeriang ons in de gelegenheid zullen stel len, ons in beraad gehouden besluit op enkele punten gewijzigd ter goedkeuring aan de Regeering aan te bieden. m ieder geval zullen gedurende het jaar 1931 de thans geldende regelingen van kracht blijven. dhr. THEUNISSE. Ik heb hier de be schikking over de salarissen van Burge meesters, Secretarissen, en Ontvangers in ruim 20 gemeenten van Noord-Brabant. Ik zie daaruit dal|de Ontvangers, hier,veel slechter betaald worden dan in andere' provincies het geval is. Het bezoldigingsrecht van deze amb tenaren berust evenwel bij Gedeputeerd Staten, en dus moeten we ons bij' ihun beslissing neerleggen. „In ieder geval zul len gedurende 1931 de thans geldende re gelingen van kracht blijven" zeggen Gejd. Stalen. Dit Spijt me voor den Gemeente- Ontvanger die toch een zeer verantwoor delijke positie heeft, en niet in evenre digheid daarmee wordt bezoldigd. De vo rige vergadering maakle geen enkel lid be zwaar om Ged. Staten te bewegen het Sa laris van den Gemeente-Ontvanger te ver- boogen. Het spijt me derhalve dat Gied. Slaten thans zelf terugtrekken. Er is thans niets anders aan te doen, dan ihun beslissing voor kennisgeving aan te ne men, maar ik blijf toch bij mijn 1 landpunt van de vorige vergadering. dhr. BAZELIEB. Ik kan me geheel ver- les nigen met den heer Tlieunisse. Ik zou daarom dit stuk zoo maar niet direct voor kennisgeving willen aannemen maar eens een schrijven aan Ged. Staten richten waar in we wijzen op de groote verantwoorde lijkheid van den Gemeente-Ontvanger en verzoeken diens salaris van f 1750 te bren- 4

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1930 | | pagina 136