21 JAN. 1930
een verzekering had, maar na zijn benoe
ming is hij er nog alles gaan bij doen wat
voor anderen nadeelig is.
De Secretaris moest van zich zelf zoo
wijs zijn, dat hij dergelijke dingen niet
deed. Maar als hij dat nu niet is, en de
Daad is het er unaniem over eens dat het
geen de Secretaris doet verkeerd is, moé
ten wij dan toch maar blijven stil zitten.
Neen, dan moeten we aanpakken, het on
kruid moet er uit. 't Is hier in SteenDergen
een wantoestand en die moeten wij trach
ten te verbeteren.
Ik wist reeds tevoren dat mijn voorstel
zou kelderen, maar ik heb het mijne er
voor gedaan. i
dhr. THEUNISSE. Ik zou ook het ge
voelen van dhr. Herbers wel eens wil
len vernemen over den gemeente-archi
tect en den commies ter Secretarie die
lessen geven. We hebben hier jaren gé-
Jeten met een architect zonder akten. Nu
hebben we iemand die "bekwaam is om
lessen te geven, en nu zal de Raad zich
daarover hebben uit te spreken zegt dhr.
Herbers. Ik wil daarover mijn gevoelen
wel zeggen. Als de Architect in zijn vrijen
tijd lessen geeft, dan is dat een voordeel
voor de gemeente omdat verstahillende
jongelui nu niet naar elders behoeven
te gaan om onderricht te ontvangen. Ik
acht dit voor den Gemeente-Architect vol
komen geoorloofd. Dat de Commies ter
Secretarie in verschillende plaatsen cur
sussen geeft, daar heeft niemand in de
gemeente eenig nadeel van. Ik zou zoo zég
gen „wie doet het hem na
De Secretaris van Bergen op Zoom,
die toch ook wel een behoorlijk salaris
kal genieten geeft lessen, de Secretaris van
Etten en Leur, een gemeente van gelijke
grootte als Steenbergen eveneens, Ik zie
m het lesgeven door den Commies ter Se
cretarie heelemaal geen bezwaar.
dhr. HERBERS. Die heb ik ook heele
maal niet in mijn voorstel. Als mijnheer
Theunisse goed gelezen heeft, kan hij zien
aat we dit terzijde kunnen laten.
nhr. THEUNISSE. Dat wordi ook ge
zegd. Maar U zegt ook dat de Raajd
zich hierover zal moeten uitspreken; later
verzacht U dit wel eenigszins. Maar ik wil
tofch mijn meening hierover zeggen.
De VOORZ. acht thans deze aangele
genheid voldoende besproken en wil tot
stemming doen overgaan.
dhr. van BERGEN wenstaht buiten stem
ruing te blijven met het oog op zijn zoon
oie op de Secretarie is, en ter voorkoming
van een verwijt Van persoonlijke bevoor
deeling.
12