2 8 OCT,,1930
werkelijkheid., maar oat wordt met geno
tuleerd.)
Wanneer enkele raadsleden, M. de V.
waaronder vooral mijn persoon niet te
vergeten, verschil van meening hebben met
den Voorzitter, wordt men in een naam
loos sLuk in de plaatselijke pers verne
derd. I
Of de Voorzitter souffleur of schrijver
van die stukken is, kan hier niet worden
uitgemaakt, dat is en blijft een raadsel;
maar door dat schrijven wordt in ieder
geval den schijn verwekt, als zou den Voor
ziller een pers achter zich hebben zoodat
wanneer er raadsleden zijn die niet naar
zijn pijpen willen dansen, deze daarin
worden afgedrost.
Op een bijeenkomst welke ik met B.
cu W. had, kwam bovengenoemd geschrijf
ter sprake, dat zooiets nadcelig werkt op
iemand met een zenuwachtig gestel. ier
dagen later verschijnt er in het plaatselijk
blad een schimpgedicht betrekking aeb-
bende op de woorden door mij daar geuit.
Volgens mijn bescheiden meening M. do
V., staan onze beide Wethouders veel te
hoog voor dergelijke ongepaste praktij
den die acht ik daar veel te latsoenlijk
voor of de Secretaris er aan debet is,
is aan twijfel onderhevig daar heL geen
geldelijk voordeel oplevert.
Uil dezelfde bron loopt hier een aan
nemer van gemeentewerken rond t is
niet erg al valt dat werk tegen, dat Wondt
toen uit de gemeentekas bijbetaald, aan
kan het raadslid Herbers maar eens
k\\ aad worden, die heeft hel aan t hart
en kan hij naar bed I" Zoo wordt een
ruaaslid, die geen onderdanige dienuai
v il spelen met zijn kwaal, bespot. We mees
te raadsleden blijven van dergelijke onge
oorloofde praktijken onkundig omdat zij
er zelf niet in betrokken worde, dat gaat
voor hen allemaal onbewust door, en als
er dan liier in den raad door mij wel .eens
een scherp woord wordt gebezigd, dat
met uit kan blijven, loopt de onderlinge
goede verslandhouding gevaar verbroken
le worden, daar de lieeren onbekend blij
ven met wat vooraf is geschied.
Over de kwestie met mijnheer Tlieunisse
zal ik niet veel zeggen, ik hoop M. de
V dat de lieer Tlieunisse genoeg leergeld
heeft gegeven, dal het zoo maar niet aan
gaal om een collega-mcderaadslid, die
met ol'ficieele cijfers voor den dag komt-,
als een volksmisleider te betichten. V ij
leven niet meer in de periode van 1021,
toen ging dat van een leien dakje. Ik kan
thans de verzekering geven M. de V., dat
men nu in Den Haag den Bosch en Breda
24