21 JAN. 1930 A 10 1 JC hei gesprokene door den Voorzitter. Ik heb wegens ongesteldheid de vergadering der Salaris-Commissie niet kunnen hij- wonen, maar wil nu, mijn meening wel eens zeggen. Het eerste deel van het jslchrij ven van. den heer Herbers is reeus beant woord door den Voorzitter. Ook ik hen van meening dat geen inbreuk mag wor- oen gemaakt op de vooruitzichten van reeds aangestelde ambtenaren. Dhr. Her bers schrijft verder „Ten onrechte neemt men aan dat ik alleen ageer tegen oe persoon van den Secretaris". I-. hoop dat het waar is wat ahr. Her bers id aar zegt, dat hij' geen hijzondere actie voert tegen den Secretaris, maar dan moet ik toch opmerken dat ae Gemeente Secretaris zich wel in een bijzondere be langstelling van mijnheer Herbers mag verheugen. Er gaat den laatsten tijd geen enkele vergadering voorbij of mijnheer Herbers heeft iets over den Secretaris. Dnr. Herbers schrijft „Het is een onge bonden toestand, als iemand met een in komen van f 5000 nog bijverdiensten heeft". Dat is voor ons hetzelfde. In Steenbergen zijn misschien wel mensehen met een inkomen van f 20.000 die toch nog een bijbetrekking hebben. De Secretaris heeft een verzekering voor brand, ongevallen, storm en levensverze kering, drijft verder handel in Radio's1, foto-artikelen, gramafoons, electrische ar tikelen. Kortom teveel 0111 op te noemen Misschien ook nog wel in worstebrood, maar dat staat er niet bij'. Ik hoor van verschillende zijde dat de Secretaris een handel in deze artikelen drijft die toe te juichen is, en als' de mensehen daarmee niet accoord gaan moe ten ze maar reclameeren bij iioogere su perieuren. De Raad heeft daarmee niets te maken. Ook beweert mijnheer Herbers dat dergelijke handelingen het prestige van een ambtenaar schaden. Dat is een privé-zaak. Die ambtenaar bezit wel zoo veel capaciteiten om te weten hoever of hij kan gaan, dat wij daar niet voor noo- aig zijn. Ik kan in geen geval mijn me dewerking verleenen om de ambtenaren iets af te nemiofn, wat hij' reeas had bij' de benoeming, en stel daarom voor het schrijven van dhr. Herbers voor kennis geving aan te nemen. dhr. VOGELAAR. Ik heb ook in de Salaris-Commissie mijn meening reeds naar voren gebracht. Ik betreur hel dat iemand die van gemeentewege een goedé bezoldiging geniet, hierbij1 nog Gingen gaat doen als een gewone burger. Dat is tegen over andere neringdoenden een soort on-

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1930 | | pagina 10