2 8 OCT. 1930
i u
7^.000-
8
bezwaarlijk voor. Dit college wil deze be
paling zien vervallen ofwel alleen doeii
gelden gedurende ten hoogste 5 jaren.
Door de financieele Commissie wordt
in haar rapport d.d. 15 October 1930 het
volgende medegedeeld
Door Burgemeester en Wethouders werd
aan de financieele commissie in handen
gesteld een schrijven van bovengenoemde
Directie, waarbij gezegde Instelling er
mede accoord gaat, dat de termijn welke
zij oorspronkelijk bedong voor 1 pCt.
extra vergoeding bij verhoogde aflossing
wordt beperkt tot de eerste vijf jaren van
den looptijd der leening.
De financieele commissie heeft de mo
gelijkheid niet over het hoofd gezien dat
thans zeer waarschijnlijk tegen gunstiger
voorwaarde de leening zal kunnen worden
ondergebracht.
Daar evenwel de onderhandelingen thans
zoover gevorderd zijn, dat de gemeente
door haar besluit van 9 September 1.1.
en de gevoerde correspondentie na dei
weigering der goedkeuring door Geo. Sta
ten zich tegenover het bovengenoemde I'en
sinenfonds gebonden dient te achten, ad
viseert de commissie den Baad te besluiten
de bij deze Instelling ondergebrachte geul
leening op 31 December a.s. te con ver
loeren legen de gestelde voorwaaruen.
Met algemeene stemmen wordt conform
het voorstel der financieele Commissie
besloten,
1. de 5 pCt. geldleening groot f 200.000
op 1 Januari 1931 groot f 170.000 aange
gaan bij Raadsbesluit van 17 Juni 1925,
goedgekeurd door Gedeputeerde Staten 2 1
Juni 1925 G 211 met het Weduwen- en
Weeten fonds van Kuropeesche Burger
lijke Ambtenaren in Nedertandsch Indië, ge
vestigd te 's-Gravenhage in haar gebe d ai'
Ie tossen op 31 December a.s. en dit
bedrag opnieuw te plaatsen tegen den
pari koers en tegen eena rentevergoeding
van 1 5/8 ten honderd in liet jaar, hou
dende liet plan van al lossing identiek aan
da! van de af te lossen geldleening.
2 Aan de overeenkomst, aan te gaan
met bovengenoemd fonds, de bepaling
toe te voegen, dal gedurende de eerste
vijf jaren van den looptijd der ieening bij
meerdere aflossing dan in de overeenkomst
wordt bepaald, over dal meerdere eene
vergoeding van 1 pCt. zal worden be
taald.
3. De gelden voor rente en aflos-
>ing te betalen uit de gewone middelen.
c. Verzoek van M. C. Noorthoek, J.
Iluijsmans en A. Clarijls om toekenning