1 7 DEC. 1929 1 b
Wij achten een dergelijke vermeerdé-
rmg aan uitgaven met het oog op den fi-
nantieelen toestand van de gemeente niét
toelaatbaar.
Au een vertrouwen wij, dat in tijden van
hoogen noog zooals die vorig jaar heersch-
te, wederom extra maatregelen zullen wor
Oen genomen. Een daartoe strekkend voor
late! van Burgemeester en Wethouders zal
bij den raad ongetwijfeld instemming vin
den.
De Commissie stelt Uwen raad voor de
steunregeling over te laten aan Burgemees
ter en Wethouders zooals tot heden is ge
schied en op het adres afwijzend te
beschikken.
De Financieele Commissie,
N. v. Bergen, M. Veraart, J. Theunisse
dhr. MOORS. Het lijkt me noodzakelijk
dat B. en Wi. zich eerst voldoende gege
vens trachten te verschaffen omtrent de
genen. die isteun verlangen. Wanneer toch
aan de hand van die gegevens komt vast
te staan (lat gedurende het jaar een ze
ker bedrag aan loon is ontvangen, dan
dient men niet direct voor steun in aan
merking te komen. We moeten een Uitzon
dering maken voor kostwinners, vaders
var groote gezinnen en degenen die door
force majeur als ziekte of ongeluk in een
behoeftigen toestand zijta geraakt. Zulke
mens'chen kan men steun verleenen, het
zij door werkverschaffing, door toekenning
van reisgeld of anderszins. Overigens gaat
het niet aan op kosten der gemeensiehap
een stand bijzonder te stennen terwijl an
dere standen eveneens moeilijke tijden
doormaken. Als we denken aan onzen mid
denstand dan zien we dat verschillende
kieine middenstanders vooral, een gemid
deld inkpmen hebben dat aanmerkelijk la
ger is dan dat van een arbeider; het is
wel jammer dat we het zeggen moeten,
maar het is nu eenmaal niet anders.
De arbeiders hebben een gunstig sei
zoen achter den rug, want gedurende den
afgeloopen zomer is er allervvege goed
verdiend, om al welke redenen wij gere
serveerd staan tegenover steun aan werk-
loozen.
dhr. HEBBERS. Het doet me genoegen
uit oen mond van den heer Moors te hoo-
ren hoe deze over den Middenstand denkt,
en dat hij het met mij eenis is, dat deze
zeer wordt gedrukt. Ik hoop daarom dat
ook het Dagelijksch Bestuur met deze
wenschen zal weten rekening te houden.
dhr. BASELIER. Ik ben het eens met
den heer Moors. Er zijd mij veel personen
van den Middenstand bekend, die er wer
kelijk beroerd voorzitten. Ik mag hier na-
6