1 i 29 OKT. J929 15 Momenteel is slechts aan eên ami»- tenaar verboden om agent van verzekerin gen te feijn. Wanneer de Raad dit ook aan anaere ambtenaren wil ontzeggen dan, moet hij daartoe besluiten. dhr. HERBERS. Is het U bekend nat de Gemeentebode in zijn diensttijd kwitanties voor den Secretaris ophaalt, en het geld afdraagt van Janvan de Secretarie. Dit is ai verkeerd, maar bovendien krijgen we nog die onbillijke concurrentie. Een vader van een talrijk gezin die naar |cie provisie zit te snakken, krijgt geen kans, en de Secretaris die een flink salaris' ge* niet gaat er mee weg. Dat zijn toch he meltergende t oestanden En wanneer er dan uit den boezem van den Raad een voorstel komt, dan wordt men op alle mogelijke manieren tegengè* werkt en weet men zelfs de noodige ge gevens nog niet te krijgen. VOORZ. Uw verwijt is toch onbillijk. De raadsleden krijgen alles wat hier behan deld wondt thuis bezorgd, alvorens hier iets ter tafel komt wordt alles in de com mi sie-j besproken, er wordt dus niets be handeld of de leden hebben voldoende gelegenheid gehad alles behoorlijk te over wegen. Volgens sommige leden wordt de Raad zelfs in teveel dingen gekend men heeft mij: al gezegd „Ik wilde dat ge die portefeuilles maar thuis hield." Du-, nie appreciatie is zeer verschillend. Wanneer de Raad nu meent dal hij verbodsbepa lingen inzake het bekleeden van nevenbe trekkingen in het leven moet roepen, iaat h-ij1 dan daartoe besluiten- ohr. BASELIER. Ik pleitte in 1916 of 1917 hier voor verhooging van salaris voor de ambtenaren. Mijn overtuiging was dat een ambtenaar een zoodanig salaris moed genieten, dat hij' zich van dat bekleeaen van nevenbetrekkingen kon onthouuen. Dit had bijval, en de Raad was het daar mee wel eens. In 1910 is mijnheer Hageman aihier benoemd, en sindsdien is zijn salaris steeds maar omhoog gegaan. Dhr. Hageman heeft zelfs een t ijdlang een salaris gehad dat hooger was dan dat van den Bur gemeester. 1 Maar bovendien heeft deze nog ver schillende groote werken uitgevoerd, en zoodoende dus buiten de gemeente nog heei wat verdiend. Niu de aslsurantie. Mijnheer Hageman had ook een assurantie en zat er steieds, achter om( de huisjes t e verzekeren. Dit ging voor hem gemakkelijk omdat bij hem de Douwvergunning moest worden aange vraagd. Ilijl was er d,us steeds het eerste

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1929 | | pagina 58