150
2 9 OKT. 1929
mijn inlichtingen had van den B urge mees
ter van Culemborg, de medewerker van
het Maandblad voor praktische gemeente
politiek. Door een misverstand werd door
hen heer Theunisse het vergaderen der
Commissie onmogelijk gemaakt. Mijn be
zuinigingsvoorstel was van de baan en
de Secretaris bleef f 700 houden, waar
'hij totaal niets voor uitvoerde.
Een voorstel zal ik thans achterwege
talen. Het is voldoende dat de Raad weet
üai de belastingbetalers geld uit hun zakj
wordt geklopt, waar hoegenaamd geen
werk voor wordt verricht.
Verder Verzekering, brand en
isitormischade. Herhaalde maien is
door m'ijr gewezen M. de V. opi de mi's-
bruikten op verzekeringsgebied. Het komt;
in geen geval te pas onzen Secretaris die
een goed bezoldigd ambtenaar is te laten
optreden als concurrent van particuliere
verzekeringsagenten. Het is reeds zoover
gekbmen dat 'hier twee agenten voor de
zelfde verzekeringsmaatschappij bestaan
waar de gemeentegebouwen zijn verze
kerd, terwijl een huisvader van een gezin
met 'kinderen de provisie daarvan niet
mag genieten. Neen M. d. V. dat moet Mijn
heer de Secretaris zijn een goed bezoldigd
ambtenaar. En daar het Dagelijksch Be
stuur doof blijft voor mijn herhaalde kiach
ten moet ik namens eenigc invloedrijke
ingezetenen van Steenbergen verklaren nat
deze handelwijze een eeuwigdurend brand
merk op dit Dagelijksch Bestuur zal blij
ven. Mijnheer de Voorzitter dal is de plak
zegel op de nota.
dhr. THEUNISSE. Dhr. Herbers heelt
mijn naam genoemd als zou ik onmogelijk
hebben gemaakt dat de Salaris-Commissie
nog verder vergaderde. Ik heb een schrij
ven aap den Raad jjericht, niet namens»
de Salaris-Commissie, maar omdat ikl
tevergeefs had getracht te vergaderen. De
beer Herbers beroept zich op den Burge
meester van Culemborg, maar ik heb bij
drie gemeenten om inlichtingen gevraagd
die mijn zienswijze juist achtten.
dhr. HERBERS. Ik heb duidelijk gezegd
dat door een „vergissing" van dhr.
Theunisse niet verder is vergaderd.
dhr. THEUNISSE, Dan heb ik U ver
keerd verstaan.
VOORZ. Het salaris van de Ambtena-,
ren van den Burgerlijken Stand wordt ge
regeld door GodStaten. De verdceiing den
wedden geschiedt door B. en W. volgens
een plaatselijke verordening. Wanneer de
Raad hierin verandering wil brengen, za«
hij moeten beginnen met de veroordening
te wijzigen, iets waarvoor B. en W. thans
niet veel gevoelen.
14