I
i
Q
1 9 FEB. 1929
voegdlieid bezit, aan dergelijke misbruiken
een einde maakt.
Dit zijn de redenen, M. de V., dat bij
de behandeling der begroeting, dopir mij
a£ weixl voorgesteld, die verordening, voor
herziening in handen te stellen van de
J i/ Salaris-Commissie. Wat dan bok is .ge-
dé. schied. Wanneer het gaat, M. de V., vopr
verhooging van salaris van ambtenaren,
wordt de Salaris-Commissie overstelpt met
[gegevens, van boeken, lijsten, enz. Alles
wordt dan thuis bezorgd. Maar als liet
gaat over vermindering, wordt het legen
overglestelde bereikt wat, svat straks uit
mijn betoog zal blijken.
Op de eerste bijeenkomst der Salaris-
Gomniissie g[af dhr. Theunisse zijn mis
noegen te kennen, dat op het oproepings
biljet niet was vermeld, het punt Van be
spreken. Bij de tweede oproeping, M. de
V., was aan de klacht van dhr. rheunisse
voldiaan, en het punt van behandclingl op
de agenda vermeld.
Op die vergadering was een lid, ondier
gewoonte, afwezig'. Ook de voorzitter was
verhinderd. Het derde lid was Voor dje
vergadering door den Secretaris ontboden,
ejn hem medegedeeld dat die wijziging der
verordening volgens de Wet niet toelaat
baar was, en diat lid voorglespiegclddat
het alleen als een persoonlijke kwestief
van het raadslid Herbers beschouwd moest
worden.
Het resultaat van de vergadering was,
M. de V., oim ieder in de gel(egenli0.ic|
te stellen, de zaak nog; eens' grondig te on
derzoeken, dat na verloop van -een week
of vier weer een bijeenkomst zou plaats
hebben. Van dit besluit zijn de overige
leden van de commissie niet in kannis
Igtesteld.
Een bestaande verordening kon ik niet
bekomen. Er was er maar een, en die be
rustte bij dhr. ïheunisse te Kruisland, en
werd mij1 pas ter hand gesteld, M. de V.
toen dhr. Theunisse zijn persoonlijke mee
ning aan den Raad had kenbaar [gemaakt
Hiermede is weer duidelijk gebleken
M. de V., dat men alles in het werk IsUelit
cm de -bijeenkomst der Salaris-Coim'missie
te beletten, door de noiOidis|e .gegevens
te onthouden en de zaak in een ander
daglicht te stellen. En tot mijn leedwezen,
M. de V., heb ik in deze zaak! moeiten
constatecrcn, dat dhr. Theunisse zich ont
popt heeft als de spreekbuis van die Se
cretaris, zich heeft laten leiden door gte-
gevens van persoonlijke aangelegenheden,
wal absoluut miet deze zaak niets Te ma
ken heeft. Het gaat hier om een uitgave
van f700—, waarvoor, de Secretaris hoe
4
f
'.j i