/?*f
2 3. OKT. 1928
YOOBZ We hebbsn daar reeds maeraalan
op aangedrongen.
dhr. BASELIER wil de ambachtslieden en
leveranciers verplichten binnen drie maanden
na de levering of beëindiging van het werk hnn
nota in te dienen.
YOORZ aegt dat aulks niet mogelgk is.
Hoofdstuk 71 wordt hierna met algemeene
stemmen aangenomen.
Hoofdstak VII.
Eigendommen niet voor den openbaren dienst
bestemd.
Dit hoofdstak wordt sonder beraadslaging met
algemeene stemmen a ingenomen.
Hoofdstak YIII. Onderwijs Kansten en We
tenschappen.
dhr. HERBEB3. Door een exeptioneel geval
heb ik tot mjjn spijt de vorige raadsvergadering
niet bjjgewoond In die vergadering is opnieuw
de rekening van de school op den Dam ter
sprake geweest. En do uitspraak van de finan-
tieele eommiasie was, dat het raadslid Herbers
sich had vergist. Om dat misverstand op te
helderen, veraoek ik de raad beleefd, mjj alsnog
in de gelegenheid te stellen, dese saak nader toe
te lichten. Near aanleiding van het rapport der
financieels commissie heeft men aelfs getracht,
aan verdachtmaking op mg te werpen, als soa
door mg met opiet de raadsvergadering ver
meden sgn. Neen, Badio had gelgk metsgn
bewering, „dergelgke saakjes knapt het raadslid
Herbers wel op*.
Op den voorgrond wensoh ik dan te stellen,
dat het bg mg vast heeft gestaan, en dat ik er
geen oogenblik aan heb getwgfeld, dat ik die
saak soa verliesen, maar dat belette mg niet,
mgn meaning daarover te seggen. Ik voelde
mg hiertoe eenvoudig verplicht, daar het meer
dan treurig ia, dat wg genoodsaakt worden, de
awaar verdiende belastingpenningen soo maar
uit te geven, sonder dat we daarover ook maar
de minste medeaeggingsohap hebben.
Ik ben geen tegenstander van bgsonder onder-
wgs, maar heb voor alles oog voor de belangen
der ingesetenen. En jaist daarom kwam ik op
die vergadering met mgne opmerkingen voor
den dag. Hoe sit na de saak in elkaar, mgnheer
de Yoorsitter Bg de bewgssiakken sgn door
het sohoolbestanr overgelegd twee geteekende
kwitantiesde eene groot f 13,35 en de andere
f 492.— In het laatste bedrag is dan weer be
grepen het bedrag van f 13,35 dat reeds op eerst
genoemde kwitantie voorkomt. Aan de ge
noemde kwitantie is later een stukje papier
geplakt greot 3 o.M.1, waarop oen aftrek som
metje voorkomt, en sonder dat er verder iets bg
vermeld wordt, moet men daarait maar begrg-
£en dat da eerste kwitantie wordt afgetrokken,
laar ik vraag me af, ale nu dit bedrag niet
workelgk dobbel in rekening werd gebraeht,
waarom legt men dan toch twee kwitanties overf
16