3 1 ge? ik de wetLdePKT67erwe8gmg al8uog de f f gedane belotte te handhaven in het belang der 1 0\% ogemeente. dhr. MOORS. Ik kan den heer Herbers gerust stellen. Ik heb bij het onder de oogen krijgen der begrooting bemerkt dat ik iets vergeten had, en mijn schuld voldaan, dhr. HERBERS. Ik dank u wel. VOORZ. De jaarwedden van Burgemeester, Wethouders en Secretaris zijn vastgesteld door Ged. Staten onder koninklijke goedkeuring. De regeling is ontworpen door Ged. Staten, om advies gezonden aan den Raad en later door de Kroon goedgekeurd. Aan het verzoek van den heer Herbers om de verordening regelende de verdeeling der werkzaamheden van de Amb tenaren van den Burgerlijken Stand in handen der Salaris-commissie te stellen wil ik wel voldoen. dhr. BAZELIER, Als wij iets willen doen voor het belang der gemeente dan zullen Ged. Staten of de Kroon daar wel niets op tegen hebben. Daar ben ik zeker van. Als we een klein briefje schrij ven en zeggen dat we de oude salarissen willen houden dan zal daar geen bezwaar tegen zijn. Maar het groote lichaam moet goed worden ingelicht. Dan kan daar bij het hooge gezag toch nietB op tegen zijn. VOORZ. U vergist zich. De toestand der gemeente-fiaancien is in Den Bosch en Den Haag evengoed bekend als hier in Steenbergen. Als bij K.B, eenmaal iets is vastges.eld dan moet de Raad voorloopig niet daaraan tornen. Als de Kroon gesproken heeft, dan behooren wij als gemeenteraad ons daarbij neer te leggen, een dergelijke uitspraak is door ons als on feilbaar te beschouwen. Als u echter als privaat persoon een adres aan de Kroon of Ged. Staten wit richten dan is daar niets op tegen. dhr. BAZELIER. Kijk eens naar de Minis ters van Einancien Colijn en de Geer. Dit jaar boekt men een overschot van f 8000.000 en de minister geeft f 7000.000 voor de Zuiderzee werken en de ambtenaren krijgen 8 ton. De ambtenaren zitten niet stil, en dat is hen niet kwalijk te nemen. Ik gun de Burgemeester, de Wethouders en den Secretaris gaarne deze verhooging, maar de Ambtenaren zullen gaan zeggen //wij moeten altijd maar naar beneden". Daar hebben die menschen gelijk in, en ik wil u wel zeggen dat ik op 't oogenblik zelf ook anders zou zijn. Laten we daarom een klein briefje richten aan het hoogen gezag, en dan geloof ik dat deze zaak wel in orde zal komen. 10

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1928 | | pagina 72