61 2 3. OKT. 19» Q v Het vorig jaar heb ik gesproken over de houding van Mej. van Meer,daar ajj een kiezers- I 1 korpa van 515 manaohen heeft misleid. Een rapaillaan blijft nog getrouw aan zijn partg, anders bedankt hij voor de eer. Mej. van Meer sohijnt daar gevoelloos voor te bljjven. Wan neer een sobip in zee hst roer heeft verloren, dwaalt het doellooB rond en levert gevaar op voor de scheepvaart. Om dat te voorkomen wordt er een lichtboei opgeplaatst. In dezelfde verhouding verkeert mej van Moer hier in den Raad. Door haar houding levert z{j gevaar op voor het algemeen belang. Een lichtboei er op plaatsen zal niet gaan, maar ik zal een prjjs- vraag stellen aan de Nederlandsche pers, wat met dergeljjke mensohen moet geschieden, en u mjjnheer de Voorzitter ter gelegenertijd met den uitslag daorvan in kennis stellen. VOORZ. Dat zal ik zeer op prjjs stellen. Mej VAN MEER. Mag iku welbedanken mjjnheer Herbers Ge hebt uw briefje weer meegebracht Hierna wordt begonnen met de behandeling van den gewonen dienst. Hoofdstuk I, wordt met algemeene stem men aangenomen. Hoofdstuk II. (llgemeen beheer.) dhr. BASELIER. (Volga. 9, 10 en 11) Volgens Provinciaal blad is het salaris van den burgemeester verhoogd van f 4050,-— tot f 4666,67, van de Wethouders van f 975 tot f 1125 en van den secretaris van f 8750 tot f 4250, en ziet, ik meen dat het was in het jaar 1922 dat de Raad zei»We moeten voortgaan met het brengen van een offer.* Het presentiegeld der raadsleden is toen ge bracht van f 5,— op f 2,de raadsleden wilden toen zelf een offer brengen voor de goede zaak. Hoe gaarne ik de heeren het ook gun, vraag ik me toch af: //In welk stadium zullen we komen als de salarissen van den bur gemeester, wethouders en secretaris, maar worden opgedreven De andere ambtenaren zullen ook komen en daar hebben de menschen gelijk in. Daarom moet ik hier waarschuwen,dat we voorzichtig moeten zijn. We moeten elkaar helpen om den overwinnenden palm te be halen. We zullen het de ambtenaren niet kwalijk kannen nemen dat zij trachten ver hooging te krijgen, en daarom heb ik hier juist gewaarschuwd, en verzoek ik de mede werking van den Raad om de salarissen van burgemeester en wethouders en secretaris op het oude bedrag te behouden. dhr. HERBERS. Bij de verhooging der jaarwedden van den burgemeester, wethouders 8

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1928 | | pagina 70