64
2 3, OKT. 1928
lOO.-
plaats gehad tuaschen het Bestuur rau de
Ligne, B. en W. en de Commissie voor Open
bare Werken. Wij hebben toen getracht onze
menschen bij dat werk geplaatst te krijgen
hetzelfde gebeurde ook door andere gemeenten
die zelfs subsidie wilden geren. Daarom kan ik
mij er thans mee vereenigen dat aan Yerkaart
een vergoeding wordt toegekend. Ook met het
bedrag van f 200 dat de Commissie voorstelt,
kan ik aceoord gaan.
VOORZ. Ik moet den heer Vogelaar opmer
ken dat zijn opmerking dat dit stuk niet bij de
Commissie voor Openbare Werken doch bij de
financieels Commissie thuis behoorde, niet in
deze doch in een vorige vergadering diende te
worden gedaan, n.l. toen besloten werd het
stuk naar de Commissie voor Openbare Werken
te renvoyeeren. Verder hebben wij zeer veel
getobt met werkeloozen en dan zoekt het ge
meentebestuur in overleg met de Commissie
zooveel mogelijk naar middelen voor werkver
schaffing, We zijn vorig jaar begonnen met het
verleenen van een toeslag aan werkgevers die
werkeloozen in dienst namen, en dit systeem
heeft heilzaam gewerkt. De werkeloozen had
den de geheele week werk, en het werk dat
anders niet werd verricht gebeurde nu wel.
Daarom is het billijk dat Verkaart die zich op
verzoek van de gemeente bereid verklaarde een
aantal werkeloozen in dienst te nemen, thans
een vergoeding krijgt.
dhr. VOGELAAR. Andere aannemers
zouden toch ook werkmenschen van Steenber
gen in hun dienst hebben genomen. Als iemand
om een werk inschrijft en hij weet dat hij op
steun van de gemeente kan rekenen, dan heeft
hij een voorsprong op zijn concurrenten. Dat
steunen van werkgevers mag weer niet te ver
gaan, want het heeft ook zijn bezwaren. Als
b.v. iemand toch een bepaald werk moet uit
voeren dan is het niet juist dat zoo'n werkgever
daarvoor steun krijgt.
VOORZ. Als u de vergaderingen der Com
missie met B. en W. had meegemaakt, dan had
u geweten dat Verkiart niet alleen menschen
uit deze gemeente diende te nemen. Andere
gemeenten wilden zelfs subsidie geven. Nu
Verkaart wel menschen van Steenbergen nam,
heeft hij ons een 60-tal werkloozen van den
rug gehouden, en dat moet ons wel f 200
waard zijn.
dhr. THEUNI88E. Ik kan mij vereenigen
met de toekenning eener vergoeding van f 200,
hoewel ik den Raad moet opmerken dat we
toch met dergelijke zaken de uiterste voorzich-
3