11 JAN. 1928 gesteld een open goot te leggen daar iedere bewoner zijn goot door zon Tegen wat dan ook goed gevonden werd. Verzoekende dit gesprokene in de notulen op te nemen teeken ik Hoogachtend J. C. BAZELIER, Raadslid VOORZ. Ik stel voor deze aanmerking in de notulen op te nemen, en de notulen der vergadering van 30 November dien overeen komstig te wijzigen. dhr. v. BERGEN. Ik ben van meening dat de notnlen zeer juist weergeven hetgeen door den heer Bazelier is gezegd, en daarom kan ik me er niet mee vereenigen om deze te gaan wijzigen. Indien uw voorstel tot wijziging toch gehandhaafd blijft, dan vraag ik hierover stem ming. dhr. HERBERS. Ik heb geluisterd naar de opmerking van den heer Baselier, en ik kan U de verzekering geven dat de heer Baselier de vorige vergadering absoluut niet gezegd heeft, dat Dekkers geen schuld treft. De heer Bazelier beweert ook de vorige vergadering te hebben gezegd dat hij toeslemming had van het Dagelijksch Bestuur om die sloot te dempen. Dat is niet waar. De heer Bazelier heeft dit niet gezegd, want anders had ik dadelijk aan merking gemaakt op zijn gezegde, omdat hij die sloot uit eigen beweging gedempt heeft. Ik ben er dan ook tegen om deze wijziging aan te brengen, en sluit me aan bij den heer van Bergen. dhr. BAZELIER. Ik moet met al mijn kracht protesteeren tegen de vorige sprekers. Twee dagen na de vergadering kwam ik op de Secretarie om den Secretaris te spreken, en toen deze er niet was heb ik een kort onderhoud gehad met mijnheer Hellemons. Ik heb wel degelijk twee keer gezegd dat Dekkers geen schuld treft. Die sloot welke de heer Herbers bedoeld is een heel andere sloot, als waarover ik sprak. Ik bedoel de sloot gelegen tusschen den weg en het land. Die mocht ik dempen op de voorwaarden die ik noemde. Ik heb wel degelijk duidelijk uiteengezet, dat ik die sloot mocht dempen op voorwaarde dat op mijn kosten een rioleering of een open goot gelegd werd. Door mij is toen aan den Burgemeester voorgesteld een open goot te leggen, omdat iedere bewoner dan zijn goot zou kunnen doorvegen, terwijl een rioleering nog al eens gemakkelijk verstopt raakt. Ik heb dal alles duidelijk gezegd, en wil dat ook in de notulen opgenomen zien. Het voorstel van den Voorzitter om de 2

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1928 | | pagina 3