15
11 JAN. 1928
1^28 October j.l. is door den heer Herberg te kan
nen gegeven dat hjj niet tevreden ig met het
antwoord door den Voorzitter gegeven, in de
vorige vergadering betreffende handelingen van
het Hoofd van den Vleogohkenringsdiengt.
Hierop heeft de Voorzitter geantwoord: „Wan
neer dergelijke klachten ons nogmaals bereiken
zullen wij overwegen of wjj gebruik zullen
maken van onze bevoegdheid ons gegeven, n.I.
het verbieden van een partieuliere praktjjk uit
te oefenen."
Bovenstaande wekte bij mij den indruk, dat
het Hoofd van dienst tegenover de slagers zou
optreden als een tyran. De ingrijpende maat
regelen die de voorzitter wilde overwegen en
hetgeen ik hier had vernomen, deden mg beslui
ten deze zaak persoonlijk te onderzoeken, om te
trachten een zelfstandig en onpartjjdig oordeel
te vormen. Ik heb toen bij verschillende slagers
informaties ingewonnen en deze hebben mg
weer een geheel anderen indruk van de zaak
gegeven. Er waren zelfs slagers die mg ver
klaarden dat ze zeer tevreden waren over het
optreden van het Hoofd van den Vleesehkeu-
ringsdienst zoodat m. i. de werkzaamheden van
dien ambtenaar door de slagers in het algemeen
niet worden afgekeurd, en dat deze ook geen
afkeuring verdienen.
Bovendien ware het m i. ook beter geweeBt
dergelgke klaohten in besloten vergadering te
behandelen, zooals op 8 April j.l. gebeurd is met
het rapport betreffende een uit nood geslaoht
dier te Kruisland, ten einde te voorkomen dat
naar buiten den indruk wordt gowekt dat hier
wordt gemeten met twee maten.
dhr. HEBBERS. Da vorige vergadering zgn
de handelingen van het Hoofd van den Vleesoh-
keuringsdienst tegenover de slagers hier duide-
lgk uiteengezet.
Ik heb vernomen dat de heer Theunisse
ptrsoonlgk de slagers is afgeweest om te vragen:
„Hebben jullie te klagen over het Hoofd van
Dienst". Maar zoodoende krggen we natuurlgk
geen zuiver resultaat, want die mensohen durven
niet voor hun opinie uitkomen, omdat ze vast-
zitt n aan het hoofd van dienst
Ik zal u hier nog een geval aanhalen, om te
toonen hoe treurig of het hier met den Yleesoh-
keuringsdienst gesteld is.
Den 28 November 1927 des voormiddags om
half elf werd een slager opgebeld om vle<tsoh te
leveren, ergens aan de kade, dat hij 's avonds
moest thuis bezorgen, 's Middags om een uur
belde hjj het Hoofd van Dienst op om te komen
keuren, anderhalf uur later had hij nog niet
gekeurd, waarna de slager hem nogmaals
opbelde, omdat hij op de keuring zat te wachten.
De eohtgenoote van het Hoofd van dienst deelde
toen mede dat haar man reeds gekeurd had.
Toen 's avonds de slager op weg was om zijn
vleesoh te bezorgen, ontm jette het Hoofd van
15