"T£L i 4 11 JAN 1928 lingen of f 70 per leerling komt mg toeh teer hoog voor. dhr. v. HEREL. Ik vrees dat we met het toestaan van het verzoek een gevaarlijk prece dent zonden soheppen. Ik ken in de gemeente een sohool die reeds 18 jaar met dezelfde leer middelen werkt. Die leermiddelen zijn eigenlgk te vies om aan te pakkan, en de Inspeotenr heeft reeds meermalen aangedrongen op het aan- sohaffen van een geheel nienwe leermethode. Het schoolhoofd dnrft dit evenwel niet, omdat deze leermiddelen niet vallen onder art. 72 en hij niet weet waar hg het geld vandaan moet halen. dhr. LEIJS vraagt stemming over het voorstel der finanoieele Commissie. Dit voorstel in stemming gebracht wordt aangenomen met 12 tegen 1 stem. Yoor de heeren van Herel, van Bergen, va i den Bergh, Thennisse, Moors, Swagemakers, Yeraart, van Loon, Herbers, Bazelier, de Wit en mej. van Meer. Tegen de heer Legs. j. Yerzoek d.d. 14 December 1927, G no. 184 van Ged. Staten tot wgsiging van het Reglement voor het Bargerlgk Armbestaar. Met algemeene stemmen wordt besloten de voorgestelde wgsiging waarover de Gezondheids commissie advies heeft nitgebraoht aan te brengen. k. Proces-verbaal van kasopname bg den Gemeente-Ont var ger. Uit het proces-verbaal van opname der boeken en kas van den Ontvanger blgkt dat op 29 December 1927 in kas was een bedrag van f3305,98. dhr. LVIJS Ik heb gezien dat de gemeente bg den postohdqne en girodienst op 29 December een debet saldo heeft van 16 mille terwgl zg bg de Nato bank debet staat voor 15 mille. YOORZ. Bg den Postohiqne en girodienst hadden we een oredit-saldo en bg de Nato bank een debet saldo. Dit is een gevolg van toevallige omstandigheden. dhr. LEIJS. Toevallige omstandigheden uit gezonderd, acht ik het beter dergelgke saldo's gelgk te brengen, want de postoheqae en giro dienst betaalt geen rente, en bg de bank moet de gemeente wel rente betalen. YOORZ Het saldo bg den postohèqne en girodienst vloeide voort nit het bedrag dat de gemeente had te betalen voor rente en aflossing eener geldleening gesloten met de Levensver zekering Mg „Utreoht", welk bedrag eenige dagen te voren moest worden gestort. 1. Yerzoek van den hear J. Thennisse om te mogen spreken over het Yleesohkenringsbedrgf. YOORZ. Ik stel voor de heer Thennisse het gevraagde verlof te verleenen. dhr. THEUNISSE. In de vergadering van oCm ach. 11 -a.. -L

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1928 | | pagina 15