199 J 2,8 DKT. 1927 Jvan van ;n Burgemeester en Secretaris. Als nu deze salarissen worden verhoogd dan f It^tiU^yvU gaar die der Wethoulers vanzelf omhoog. dhr. BA.8ELIER. Ik moet hier opmerken --H --o dat ik zeer sterk tegen verhooging der Wet - honderssalarissen ben. Ik had jnist gehoopt dat de Wethouders vrijwillig zelf een offertje zouden hebben gebracht. Het Wethouders ambt moeten we beschouwen als 'n eerefunctie. Vroeger bedroeg het salaris slechts f 150 en sindsdien is 't toch reeds aanzienlijk gestegen. VOORZ, Het werk dat de Wethouders hebben te verrichten is meer dan verdubbeld, en daarom is een salarisverhooging alleszins te billijken. En ook dan worden de Wethouders nog niet betaald voor hetgeen ze presteeren. dhr. BASELIER. Dat ben ik heelemaal niet met u eens. Als we nagaan hoe de Wet houders gewedijverd hebben om een stemmetje te bemachtigen toen ze herkozen wilden wor den, dan blijkt daaruit voldoende dat deze heeren buitengewoon op hun functie gesteld zijn. 's Zondags voor de Wethoudersverkiezing kreeg ik nog bezoek uit Kruisland om mijn stem te vragen. De intrekking van het besluit van 5 Augustus was heel iets anders. Daar be trof het handhaving of verlaging van een salaris, doch hier handhaving of verhooging. Deze twee moet u niet tegenover elkaar stellen. Ik had gehoopt dat de Wethouders vrijwillig een offertje zouden hebben gebracht. Wij, als raadsleden hebben indertijd direct vrijwillig een offer gebracht. Ik weet zelf niet meer of dit voorstel toen uitging van den heer Theu- nisse of van mij, maar ik ben er in ieder geval direct voor geweest. Ik had gehoopt dat de Wethouders ook zouden meedoen, maar neen, daar waren die heeren te krabbelachtig voor. Ze willen wel de salarissen der lagere ambte naren verlagen, maar voor hun zelf...., nee hoor. Neen, mijnh. de Voorz., voor zoo'n ver- ho ging kan ik mijn stem niet uitbrengen. d ir. v. d. BERGH. Ik ken eveneens tegen deze erhooging. Als we eens nagaan wat een arbeide- al niet moet doen om een behoorlijk loon te verdienen, dan moeten deze er zich toch heel wat meer moeite voor getroosten dan heeren Wethouders. dhr. MOORS. Ik stel de woorden van den Voorzitter op prijs, doch wil toch verklaren dat ik niet op een verhooging van salaris voor ons blijf aandringen. dhr. v. LOON. Ik meen dat heeren Wet houders destijds reeds vrijwillig een gedeelte lijke salarisverlaging van 10% hebben aan- 7

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1927 | | pagina 88