5. AUG. 1927
e<d voor afgelegd? Je kwanselt. En dan
die bloom die je ging opzetten. Je schreef
openlijk in de krant dat er een half mil
joen zoek gemaakt was. Je moest je scha
men. Je bent van den beginne af bezig
gteweest om de zaak in de war te sturen.
Je hebt ook nog eens een rapportje uit
gebracht met die timmermansknecht van
de suikerfabriek. Moet je nu nog wat zeg
gen. Je tracht maar met je groote mond
de heele boel te overdonderen, m'aar ik
ben niet bang van je hoor; dat moet je
je niet verheelden. Dan zeg je nog dat
ik met mijn handen omhoog spring. Wat
doe jij, jij springt met handen en voeten
omhoog. Jij bent een clouwn!
dhr. HERBERS. Dank je wel voor je
aitentie!
dhr. BAZELIER. Dank voor je attentie,
dank voor je altenlie. ik ben vast niet bang
v'an je hoor!
dhr. HERBËRS. Het doet me genoegen
dal het Dagelijksch Bestuur ook nog eens
een monster genomen heeft, waardoor de
verdachtmaking van den gemeenle-ardhi-
tetet wordt afgewenteld.
Het resultaat is bij beide monsters pre
cies (hetzelfde. Waar blijven ze nu met
hun hooge woorden? Het proet. talicn
geeft hier den doorslag. Ik dank het Da
gelijksch Bestuur dat ze ook dit monster
nog hebben opgezonden. Verder za! ik'
niet meer uitwijden. Er is geknoeid, en
dp. is bewezen door het proefstation.
In de Raadsvergadering van 20 Juli
1920 heeft de heer Bajzelier het vol
gende gezegd:
D,at hij jn Den Haag een Conferentie
heeft bijgewoond waaronder invloedrijke
heeren. En daar is juist besproken dat een
dergelijke commissie noodzakelijk is voor
toezidit op de Bouwvereenigingen. We
s'aan nu weer voor het bouwen van mid-
denstandswoningfen, steeds ben ik tegen
gewerkt bij mijn voorstellen tot instellen
van Commissies. De tijd is aangebroken,
dal de Gemeenten verplicht zullen wor
den, Commissies in te stellen. Nu hoor ik
weer de medcdecling van liet groote geld
dat staat uitgegeven te Worden, en zonder
toezicht. Ik weet zeker dat een gjoedet
Rouwvereenigüng niet tegen een Commis
sie is, contra. Ik acht het voor de gemeen
schap noodig. Ik doe nogmaals een beroep
op den Raad tot instellen van een Hom-
missie.
In de Raadsvergadei'ing van 21 Augustus
1920:
Zou de heer Razelier van de Voirziftcr
der R.K. Rouwvereeniging willen weten of
deze bereid is om het voorstel eener Om-
16