170
5. AUG. 1927
fctndere, maar we hebben hier de uit
slag van een chemisch onderzoek, en daar
is niets tegen te doen. Door mij is hoven-
dien geen zand geleverd aan de bouwver-
eeniging. Ik leende dit aan den aannemer
en kreeg het enkele dagen nadien
terug. Zoo Moet men de zaak niet wijlen
verdoezelen. Het chemisch onderzoek
lieert uitgewezen dat er wel degelijk ge
knoeid is. De materialen, zijn geleverd
door een bestuurslid. We hebben hier te
doen met een strafbaar feit.
VÖORZ. Bewijst U dat!
dhr, HERBERS. De rapporten1
dhr. BAZELIER. Dat zegt niets,
dhr. HERBERS. zou dat uit den duim
gezogen zijn. Lees dan maar eens wat ik
in de Steenbergfsohe Ciourlant van Van
Iierel heb gfezegd. Als ik toen te ver
was gegaan, had men mij weer wel voor
den Officier Van Justitie gebracht,
dhr. VAN HEREL. Dat kan nog komen
dhr. HERBERS. Ik beschik over de be
wijzen dat er geknoeid is.
Waarom moet er nu weer zoo'n wan
trouwen tegen de Commissie bestaan. Ia-
ten We er liever voor wiaken dat de
knoeierijen thans eens voor altijd van de
baan zijn; laat v. Iierel architect zijn,doch
laat hij zich ontliouden van alle leveran-
tiën. Als het Daigelijks Bestuur nu nog
geen Maatregelen neemt zal ik alle kranten
ie huip roepen om het hemeltergende van
deze toestand te signaieeren. Ik zal me*
wenden tot Ged. Staten en Kroon, maar
ik zal niet zwijgen. Je zult over mijn graf
moeten loopen voor ik het opgeef.
Als men Weet welke schandalen mij
zijn aangedaan voor de levering van twee
balen cement aan den aannemer van een
karwijtje voor de gemeente, iets waar ik
onbewust inliep. Toen werd ik geschorst,
als een eerlooze behandeld, en hier, hibr
gaat alles maar door alsof het zoo hoort.
't Is treurig, diep treurig. En wat be
treft die levering waar Bazelier van
spreekt, diat heeft hier niets mee te maVeln
Ieder mag mijn papieren komen inzien.
VOORZ. Namens B. en W. inerk ik in
deze zaak het volgende op. Toen de
Commissie door B. en W. werd benoemd
wilden zij in deze zaak de meest onpar
tijdige personen benoemen en ik geloof aal
B. en W. daarin zijn geslaagd. Ik meen dat
de commissie de zaak inderdaad onpartijdig
en in het belang van gemeente en iwniw-
vcreeniging heeft onderzocht. In de Steen-
bergtsChe Courant zijn over deze zaak
polemiekèn gevoerd tussohen de heerten
Berbers en van Herel, en zijn be ^huldi
gingen geuit die dezerzijds niet geheel on-
14