I
5. AUG. 1927
1 C *7
JL \j i
Herhaaldelijk leest men in het rapport
beweringen als: ,,Het onderhoud der wo
ningen laat zeer veel te wenschen bvter",
zonder dat ook maar eenigzins met feiten
wordt aangegeven wat er eigenlijk aan dat
onderhoud ontbreekt.
Het is voor mij onmogelijk aan de hand
van dit zeer onvolledig rapport een goed
oordeel te vormen omtrent de toe sta na
der woningen welke de oommissie bot
taak had te onderzoeken en moet tof mijn
leedwezen zeggen, dat ik het de commissie
zeer onvoorzichtig ja zelfs voo" ern
stige miannen onverantwoordelijk vind
om op grond van haar uiterst gebrekkig
rapport te concludeeren dat op ergerlijke
wijze hij' het houwen der woningen is
geknoeid, hetgeen derhalve wil zeggen
bij alle woningen waarover het onderzoek'
heeft geloopen en dit door gebruik van
minderwaardige materialen of slechte con
structie. Is de commissie er zich wel vol
doende van bewust geweest, dat zij door
deze conclusie de goede naam1 en Faam
van den heer Herb'ers als leverancier
van een gedeelte der materialen en van
den heer van Herel als Architect -- en
van nog zoo velen anderen ernstig heeft
gfesohaad dan wel in gevaar gebracht
is de commissie er van overtuigd dat
de heer Herbers slechte materialen hefalft
g'eieverd dat de heer van Herel zij!n
plicht als Architect niet behoorlijk heeft
vervuld en dat nog zoo velen anderen
foutief hebben .gehandeld. Zoo neen dan
ware het beter geweest, dat zij hare kras
se beschuldiging in de pen had gehouden
zoo ja dan rust op haar den nar
den plicht en zware verantwoordelijkheio
bare krasse beschuldigingen te bewijzen.
Van den heer Herbers ware het toeter
geweest deze kwestie niet bij strooibiljet
aan te roeren ter propagcering van zijn
verkiezing dit was een ontijdig en on
bevoegd gebruik maken van een nog niet
voor openbaarmaking ibestemd rapport
en hoewel de heer Herbers de .beschuldi
gende conclusie der Commissie naar an
deren verwijst raakt die beschuldiging
hem evengoed als ieder ander bij het
bouwen der woningen betrokken leve
rancier uitvoerder enz.
Aan mijnheer de Voorz. verzoek ik be
leefd het daarheen te leiden dat in dexq
voor onze Gemeente zoo onaangename
kwestie de meest mogelijke klaarheid komt
dhr. van HEREL.
liet rapport waarover hier gesproken
wordt is eenig© dagen voor de vorigï ver
gadering aan de Raadsleden uitgereikt. In
dit rapport wordt t. a. v. de woningen der
11