5. AUG. 1927
i r c
jl "j u
dhr. THEUNISSE. Is reeds 'n aanbeveling
ingekomen roor de benoeming ran een anderen
ambtenaar ran den burgerlijken stand P
VOOEZ. JNog niet, maar die zullen we de
rolgende rergadering aanbieden.
2. Wijziging Gem.-begrooting 1927.
Met algemeene stemmen wordt besloten
onder goedkeuring ran Ged. Staten de roor-
gestelde wijzigingen aan te brengen.
3. Wijziging der Verordening op de
keuring ran Vee en Vleesch.
Met algemeene stemmen worden de roor-
gestelde wijzigingen aangebracht.
4. Behandeling van het Rapport der
Commissie tot onderzoek v.d wo
ningen der Bouwvereenigingen
VOORZ. Ik doe een ernstig oerosp op
de leden om1 niet in de débatten te toetrek
ken, personen die zich hier niet kunnen
verantwoorden. Verder verzoek ik alle
persoonlijke kweslies buiten beschouwing
te laten.
dhr. BAZELIER.
Mijnheer de Voorzitter
Gaarne wil ik beginnen aan de Com
missie welke tot taak had een Onder
zoek in te stellen naar den toestand der
Woningen van de R.K. en Prot. Bouwver-
ceniging een woord van dank te wijden
voor de aan haar arbeid besteedde moeite
Echter met de wijze waarop de com
missie haar taak heeft vervuld, kan ik
niet aCcoord glaan noch kan ik ;nij ver-
eenigén mét de conclusie welkte zij' aan
den voet Van haar rapport heeft neerge
schreven.
De Gom'missie heeft ter staving van haar
bewering dat het ibuitenmtetselWerk der
woningen van de R.K. Bouwverêeniging
te Kruisland slecht is een rapport over
gelegd van een proefstation voor bouw
materialen te Amsterdata. Ik heb in het
rapport der Commissie vruchteloos ge
zocht naar eenige medcdeeling omtrent de
wijze waarop de comknis'sie het ter on
derzoek opgezonden monster heeft geno
men en wiaar het toegezonden monster
„ongemerkt en niet verzegeld" te Amster
dam is ontvangen lijkt mijl het door dë
comimissie op grond van het Amsterdam-
sche onderzoek gewekt vermoeden ,,dat de
specie der buitenmluren in 't algemeen
van slechte samenstelling is" alleruiterst
gewaagd en niet rechtvaardig'. ]k wii het
rapport der Commissie niet aan eene uit
gebreide bespreking onderwerpen doch
wel moet mij de opmerking van het hart,
dat bedoeld rapport zeer onvolledig is.
10