5. AUG. 1927 f) 1 f 4 -- I D j doel der commissie tot wering van school- JULaruy] ±JLt_suU-eisTsis> verzuim. Ik zal daarover met hem niet (P ~L >u> debatteeren. Ik vind een salaris van 1100,— voor den secretaris niet te hoog, want naast het bijwonen der vergaderingen is er nog heel wat werk te verrichten. Over het presentiegeld wil ik niet spreken omdat ik zelf ook lid ben; dhr. HEBBERS vraagt nogmaals het woord VOORZ. Het is thans voor de derde maal. dhr. HEBBERS. Pardon, ik heb nog slechts eenmaal het woord gevoerd. De heer Thennisse spreekt over de opoffering die de leden zich moeten getroosten. Ik wil alleen maar opmer ken dat er een lid bij was, dat vertelde, als het mij mijn zak moet kosten, kom ik heelemaal niet meer. Zulke verdienstelijke leden zijn dat VOORZ. hrengt hierna in stemming het voorstel der Salariscommissie tot vermindering van het salaris van den Secretaris der Com - missie tot Wering van Schoolverzuim van f 100.— op f60.— Vóór stemden de heeren Brooymans, Her- bers, Jacobs, de Wit, van Poortvliet en Swagemakers. Tegen de heeren van Loon, Bazelier, Then nisse, van Herel en Moors, zoodat dit voorstel met 6—5 stemmen is aangenomen. Het voorstel van den heer Bazelier tot ver mindering van het presentiegeld van de leden der commissie van f 4 op f 2 voor de leden in de kom, en van f 3 per vergadering voor de overigen, hierna in stemming gebracht, wordt aangenomen met 8 tegen 2 stemmen. Vóór stemden de heeren Brooymans, Her ben, Bazelier, Thrunisse, Jacobs, Moors, de Wit, van Poortvliet en Swagemakers. Tegen de heeren van Loon en van Herel. i. Voorstel van J. Thennisse om te komen 0 ■oJuJIol tot wijziging der Adgemeene Politieverordening dhr. Thennisse stelt voor art. 58 te wijzigen in dier voegedat in de 2e alinea van bedoeld artikel achter het woord finest# worden bijge voegd de woorden ffuit hnn eigen putten'. Door de vereeniging ?Voor Eer en Deugd' wordt opname verzocht van de volgende be paling //Het is verboden in gezelschap met iemand van andere kunne te zitten of te liggen op openbare wegen of dijken, of op hunne bermen, glooiingen of onderkant.' Deze bepaling is niet van toepassing, indien de bedoelde personen met elkander gehuwd zijn of elkander in den eersten graad van bloed- of aanverwantschap bestaan.' 8

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1927 | | pagina 53