a Ah -, mi
144
in der minne te schikken. Spr. zon evenwel
willen zien dat de Prot. Bouwvereeniging
50 pCt. betaalde, waardoor het offer voor de
gemeente nog groot blijft.
dhr. VAN POORTVLIET waarichnwt geen
onmogelijke offers van de Bouwvereeniging
te eischen, daar deze nu doet wat ze maar
eenigszins kan.
dhr. BAZELIER, deelt mede de vorige
vergadering geen inzage van de stukken te
hebben genomen, zoodat bij de zaak van de
Protestante Bouwvereeniging niet heeft be
studeerd.
dhr. BROOYMANS. Het spreekt natuurlijk
vanzelf dat indien we niet op het aanbod der
Bouwvereeniging ingaan, wij er in de openbare
vergadering zoo weinig mogelijk van moeten
zeggen. Ik voor mij acht het aanbod wel
aannemelijk, maar als de vereeniging blijk geeft
de zaak in der minne te willen schikken,
moeten we het aanbod maar aanvaarden.
dhr. THEUNI8S S. De opzet der Protestante
Bouwvereeniging is natuurlijk geweest om
werkzaam te zijn in het belang der volkshuis
vesting. Iedere bouwvereeniging zal de
gemeente wel geld kosten, doch het tekort is
hier toch ook niet met opzet ontstaan. Ik zou
daarom willen waarschuwen om niet tot faillis
sementsaanvrage over te gaan.
dhr. HERBERS is het hiermee eens.
dhr. v. HEREL vraagt den heer van Poort
vliet of er nog een aandeelenkapitaal is.
dhr. v. POORTVLIET, f 25 per aandeel,
doch dit bedrag is in de exploitatie rekening
begrepen.
Hierna wordt met algemeene stemmen
besloten het ovengenoemde aanbod der Protes
tante Bouwvereeniging, neergelegd in het
schrijven dd. 6 April 1927 G no. 49 van
genoemde vereeniging te aanvaarden.
Rondvraag.
dhr. THEUNIS8E. Mij is ook de Kieswet
zoo eens in handen gekomen, en nu meen ik
dat hier bij het verkiezen der stembureaux in
strijd is gehandeld met de Kieswet. Volgens
de Kieswet moeten de Voorzitters der stem
bureaux uit de leden voor den Raad worden
benoemd, dit is hier niet gebeurd. Ook de
leden en plaatsvervangende leden zijn gedeel
telijk door B. en W. aangewezen.
Verder zou ik wel eens iets willen vernemen
over het rapport dat uitgebracht is over de
keuring van een te Kruisland in nood geslacht
dier en waarover ik voor eenigen tijd vragen
stelde.
13