Vrijdag 8 April 1927
OPENBARE VERGADERING
van den Gemeenteraad
4 r? o
_JL O
Tegenwoordig de heeren A. G. Moors, P, J.
C. Swagemakers, Wethouders j J. B. van
Poortvliet, Chr. Herbers, J. C. Bazelier, Mej.
P.a van Meer, de heeren A. L. M. J. de Wit,
J. Theunisse, M. van Herel, L. M. A. van Loon,
J. W. Jacobs, J.L. Brooijmansen N. v. Bergen.
Voorzitter de Burgemeester.
Secretaris J. L. M. Jurgers.
De Voorzitter opent de vergadering. Bij
mij zijn ingekomen de volgende aanmerkingen
op de notulen der vergadering van 25 Februari
1927.
a. van den heer Theunisse die wenscht
opgenomen te zien, dat door hem te kennen is
gegeven niet zijne benoeming tot lid van het
stembureau te Welberg te aanvaarden evenzoo
eene eventueele benoeming te Kruisland.
b. van den heer J. C. Bazelier die op blz.
4 en 5 der notulen van de vergadering van
25 Februari zijn gesprokene als volgt gewijzigd
wil zien.
dhr. BAZELIER. We moeten de menschen
niet in moeilijkheden gaan brengen en anders
zijn we verplicht tot schadeloosstelling. Deze
bepalingen mogen derhalve alleen gelden voor
nieuw te bouwen woningen. Ik acht het mijn
plicht volgens het raadsbesluit van 27 October
1926, op blz. 5 en 6 der notulen, dat die
besprekingen in de gewijzigde bouwverordering
worden vastgelegd.
Hierop heeft de Voordtter geantwoord, dat
het zal worden vastgelegd."
Ik atel voor deze notulen met inachtneming
den door de heeren Theunisse en Bazelier
voorgestelde wijzigingen goed te keuren en
vast te stellen.
Aldus wordt met algemeene stemmen
besloten.
dhr. THEUNISSE. Ik heb deze aanmer
kingen ingediend opdat het naar buiten niet
den schijn zou wekken dat ik door den Raad
ben uitgesmeten. Het is bekend dat //uit
smijten" door den Raad, moet worden be
schouwd als iets ongeoorloofds.
Ik wil hier nog aan toevoegen dat bij de
benoeming der stembureaux in de vurige
vergadering gehandeld is in strijd met de
Kieswet. Volgens art. 60 der Kieswet worden