25. FEB, 1927
_i_
Ik was voor inwilliging van het verzoek
omdat de veldwachters van hooiger hand
genoodzaakt worden een nieuw uniform
aan te schaffen.
In de Salaris-Commissie is gezegd, «iat
de veldwachters wel in een manchester
pak kunnen verschijnen, miaar ik geloof
dat ze zoo'n pakje toch niet kunnen af
dragen als een gewone werkman, en bo
vendien, ik geloof niet dat het Hoofd van
.Politie daarvoor te vinden zou zijn. De
politie moet behoorlijk bezoldigd worden,
en Voor hun onderhoud niemand behoe
ven lastig te vallen of te ontzien.
De veldwachters betalen thans voor bun
kleeding ongeveer f 200 per jaar. Volgens
voorschrift moeten zij met Paschea een
nieuwe uniform1 dragen, en daarvoor wilde
ik f 30 toestaan.
dhr. HERBERS. Als we nagaan wat het
politiekorps zooal kost, dan mteen ik dat
we den vorm1 vroeger wel goed hebbed
vastgesteld. Als we nu maar ingaan op
alle aanvragen die er komen, dan zullen
we op den duur- met alles vastraken Z-oo-
dra een raadslid tracht in een nietigheid
iets van een traktement af te nemen, staat
er een heel lijdensweg voor hem1 open, dan
is zijn leed niet te overzien. Ikzelf héb
het voor acht dagen nog meegemaakt hoe
ik werd afgetakeld omdat ik sprak van
„belanghebbende." En als we nu deze
verhoogiug geven, moet U later maar eens
trachten om1 er iets af te halen.
We moeten die bijbaantjes afschaffen
die zijn allemaal uit den uooze.
Wat ik voor 8 dagen heb meegemaakt
behoort in het parlementaire stelsel niet
thuis. Ik ben daarom onherroepelijk tegen
alle traktementsverkoogingen.
dhr. BAZELIER. Kijk eens ik wil er
maar eens even dit van zeggen. Ik zou
gaarne zien dat de Burgemeester bij der
gelijke kleine gevallen tegen zijn po
litie zei, dat hun salaris toch voldoende
is, zoodat ze hun verzoek miaar moesten
intrekken. U moet zeggen „Ik durf met
zoo'n voorstel niet meer bij den Raad
te komen hoor, trek dat verzoekje nou
in!"
Wij moeten niets doen dan de uitgjaven
inkrimpen, daar heb ik al jaren op ge
hamerd. De schuldenlast in de gemeen
te is te groot, Steenbergen gaat sessievelijk
achteruit, en nu inbeten politie en amb
tenaren zoo verstandig zijn, om' daar ge
voegelijk aan mèe te werken. En ais ik
zoo iets zeg, dan doe ik dat in het be
lang der gemeenschap. Wij zitten hier
voor de geheele geméente, voor arm en
rijk, en dan mbet U me niet onvriende-
11
<CA
-«or)