'0
2 8 OKT. 1927
o 9
dhr. de WIT. Ik zou wel eens willen
vernemen of die woningen werkelijk noo-
dig zijn. Als we nu, toch een woningbe
drijf krijgen dan kunnen ze evengoed dooi
de gehxtejente werden gebouwd.
dhr. BAZELIER;. Zooals ik die wonin
gen gezien h|eb, bestaan er alle redenen
om het verzoek der Bouwvereeniging toe
te staan. Destijds heb ik gezegd, dat deze
woningen nog best door reparatie, in orde
wlaren te brengen. Dit is nu al een lieelen
lijd geleden, en nu ik voor kort de'zoi
woningen eens uitwendig heb gein sped-
leei-d, mloet ik1 eerlijk zeggen dat ze mij
zijn teglengevglien zoodat ik thans geen
tegenstander van nieuwbouw mteer mag
.zijn.
Bij mij gaat het slechts om de finao-
cieele zijde voor de .gemeente.
De heer de Wit zegt, dat de gemteente
zelf Wel k)an bouwen, doch daar ben ik
liet niet mee eens. Ik iben er tegen dat
de gemejente hypotheek' verleent, want
fris de Bouwvereeniging' zorgt voor een
behoorlijke overw|agrd|e dan behoeft ze
niet bij de gemfeiente te komen, doch kan
zte overal teriecht. Ik .ben een voorstander
v|an deze verbouwing1, mits de Bouwver
eeniging zorgt voor een overwaarde van
éh-derde.
dhr. LEIJS. Ik wil mij thans nog niet
uitlaten over de vraag of (leze woningen
al of niet noodig zijn. Ik wil hier even
'pi-eken over die verhouding van den Voor
zitter tegenover den heer van HereL.
Ik wit er niet aan meiewerken dat de
Bouwvereeniging B. en W. passeert, en
daarom zou ik de zaak niet verder willen
behandelen alvoren.» de Bouwvereenigipg
hare statuten nakomt.
dllir. van BERGEN. Het rapport der fi-
nancieele commissie heeft g'een verdere
strekking dan de bevestiging dat de bere
kening in oi-de is. Als commissie 'blijven wij
evenwel buigen de kwestie in hoeverre
de Bouwvereeniging ;at of niet iiarc ver
plichtingen heeft nagekomen.
dhr. van I1EREL. De Bouwvereeniging
heeft in gelen enkel opzicht gehandeld
legen de bepalingen harer statuten. Er
wordt nog' niets bezwaard. De Statuten
spreken niet ovfer eene „aanvrage" oml
iets waardoor bezwaring „zal" plaats heb
ben, doch eenvoudig over „bezwariag"
en deze Igetefl nog niet plaats gehad.
VOORZ. Daar zullen we het nooit over
eens wiorden, tenzij U aanneemt dat de
Bouwvereeniging vjerpliteht was in deze
aangelegenheid tevoren B. en W. te ken
nen.
dhr. THEUNIgSE. Kan het niet ge-
28
'i
l:*.i V,.i
- 5 i
i ji
ï.i l c.
S' i;'-l
- '- ■-