3- DEC. 1926 g g Iyck^ L i/sKLt^siy ,l_il ping toch gegaan is bij inschrijving. D s heer Herbers kan zich misschien daarbij vergissen. dhr. HERBERS zegt zich niet te vergissen. Hierna wordt met algemeene stemmen besloten B. en W. machtiging te verleenen tot het houden van verhuringen en verkoopingen in 1927. 6. Vaststelling Gemeentebegrooting en begrooting van 't Vleeschkeurings- bedryf voor 1927. De financiëele commissie deelt in haar rapport dd. 29 November 1926 o.m. mede: Allereerst de uitgaven aan een nauwkeurig onderzoek te hebben onderworpen, geleid door het ver engen de uitgaven waar mogelijk te verminderen. Wel is waar is bij het opmaken der begrooting er naar getracht de uitgaven binnen de perken van het hoogst noodzakelijke te houden, doch desniettegenstaande ziet de commissie zich genoodzaakt op enkele posten speciaal de aandacht te vestigen. De commissie kan tot haar leedwezen niet voorstellen tot belastingverlaging over te gaan, omdat zulks de evenwichtstoestand der gemeentefioaiciën zou verstoren. Een uiterst zuinig beheer blijft evenwel een gebiedende eisch. Volgnummer 22. Het geraamde bedrag ad f 300 voor aankoop van boeken, komt de commissie nog al hoog voor, in verhand met het feit dat hiervoor in 1925 circa f 225 is uitgegeven. Volgno. 83. De commissie had verwacht voor subsidie aan het Wit-Gele Kruis een bedrag van f 800 te vinden, inplaats van een van f 750. De commissie verkeerde in de meening dat de subsidie van het Wit-Gele Kruis voor Steenbergen f 500 en voor Kruisland f 300 bedroeg. Volgno. 85 en 89. De commissie spreekt den wensch uit dat in 1927 eene dusdanige oplossing moge worden gevonden, dat de Bouwvereenigingen aan hunne verplichtingen kunnen voldoen. Zij dringt er met klem op aan dat B. en W. in deze richting de noodige stappen zullen doen. Volgno. 192. De commissie vestigt er de aandacht op dat het verleenen van subsidies voor het Hooger en Middelbaar Onderwijs zooveel mogelijk behoort te worden vermeden wijl het onderwijs toch reeds enorme geldelijke offers vraagt. De commissie is er van overtuigd dat het geraamde bedrag voor straten en pleinen noodig is, omdat verbetering een dringende behoefte is.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1926 | | pagina 87