2 7 OKT. 1926 6. Vaststelling rekening 1925 en be grooting 1927 van het Burgerlijk Arm bestuur. De Financieele Commissie deelt in haar rapport d.d. 13 October 1926 mede, dat over 1925 de Ontvangsten bedroegen f 7134,745, de Uitgaven f 6418,33, zoodat een batig slot van 'f716,415 valt te uo- teeren. De begrooting' 1,927 wjjst in Ontvang sten en Uitgaven aan een bedrag van f 7758,915 Het heeft de aandacht der Commis sie getrokken dat de uitgjaven in de ver schillende deelen der gemeente zeer uit een Loopen, en dat deze te Kruisland ruim 100 meer bedroegen dan vorig jaar, terwijl de Heen zeer zuinig was ge weest Naar de meening der Commissie zijn de gelden te Kruisland zeer onregelma tig verdeeld, terwijl aldaar huisgezinnen werden bedeeld die vermoieüelüjk een groot inkomen hebben. Dit laatste is evenwel niet gemakkelijk te constateeren, aangezien te Kruisland verschillende personen wonen die dezelf de naam dragen. De Commissie dringt er derhalve op aan in den vervolge achter de namen der bedeelden ook die huisnum mers te vermelden betgeien een goede controle zeer in de hand zal werken. Overigens komt de Commissie tot de conclusie dat het beheer zeer zuinig wordt gevoerd, zoodat de Rekening en de B.e- grootinig haar geen aanleiding gaf tot ver dere op- of aanmerkingen, zoodat 2ïj ad viseert de Rekening en de Bjegrouting goed te keuren. dhr. THEUNISSE. Als lid van het Bur gerlijk Armbestuur vertegienwoordig ik hoofdzakelijk Kruisland dat er van ver dacht wordt gelden onregelmatig le heb ben uitgegeven. Ik betreur ten zeerste dat de Commissie het betrokken bestuurs lid niet in de gelegenheid heefft gestéld om inlichtingen te verstrekken of zich te Verantwoorden. Dat geld aan gezinnen met groote In komens is gegeven, is mij' niet bekend zulks kan nooit met opzet zijn geschied. Het lidmaatschap Van het Burgerlijk Armbestuur is heusch geen eerzuchtig} haantje, juist het tegendeel daarvan. Bo vendien zijn alle persoonlijke aangele genheden geheel buiten gjesloten. Ik te- treur het nogmaals dat de Commissie zich niet de moeite getroost heeft om inlichtingen te vragen, want in dit geval zou ze ongetwijfeld haar minder prij zenswaardige opmerkingen achterwege heb ten kunnen laten. 12

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1926 | | pagina 74