2 4 FEB. 1926 ander niet weigeren. VOORZ. Mijnheer Bazelier, U moet niet persoonlijk gaan worden. dhr. THËUNISSE. Ik vraag het woord voor een persoonlijk feit I VOORZ. Ik meen dat de raad geen com missie noodig heeft om na te gaan of er te Kruisland al of niet een lantaarn noodig is. Verder meen ik dat de discussies die op het oogenblik over deze aangelegenheid worden ge voerd, den raad van Steenbergen belachelijk makeD, dhr. BROOYMANS. Het gaat hier weer over dat lichtpunt bij den Boerenbond. Wan neer er ergens dringend een lantaarn noodig is-, dan is het toch wel daar. Het betreft een zeer nuttige instelling, waarvan door een zeer groot aantal personen, spaarders enz., gebruik wordt gemaakt, en deze menschen moeten zich vooral bij avond naar jet kantoor begeven. De heer Theunisse sprak daar juist van een persoonlijk feit, maar dat telkens terugkomen op dezen lantaarn is voor hem evengoed 'a persoonlijk feit. dhr. THEUNISSE, Ik wil op de eerste plaats den heer Bazelier wel eens afvragen, wanneer hij gehoord heeft, dat ik niet het woord vraag op volkomen reglementaire wijze. Zulks is ook thans het geval. Doch dhr. Baze lier zit maar steeds overal door heen te babbe len, soms over zaken die niets met het onder werp te maken hebben, en dat wordt ik moe en meerdere leden met mij. Dat ik het licht punt bij het kantoor van den Boerenbond als iets persoonlijks beschouw, zooals de heer Brooymans opmerkt, is geheel onjuist. Ik vind den Boerenbond een zeer nuttige instelling, maar die nuttige instelling moet zichzelf maar bedruipen. De gemeenschap behoort hieraan niet te moeten bijdragen. Dat u de discussies van den raad en dat ben ik hoofdzakelijk, want ik kom hier voor adressanten op als belachelijk beschouwt, laat me koudIk gelief hier in het belang der gemeente te zeggen wat ik zelf wil VOORZ. Ik heb heelemaal niet gezegd dat u zich belachelijk aanstelt, doch alleen de wijze van behandeling dezer kwestie vind ik belachelijk en daar blijf ik bij. Met algemeene stemmen wordt alsdan be sloten het verzoek voor kennisgeving aan te nemen. e. Schrijven dd. 18 Januari 1926, G no. 153, III afd. B, van Ged. Stalen van Noord- Brabant, waarbij wordt medegedeeld dat aan het voorstel van den raaddd. 17 Juni 1925, K o

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1926 | | pagina 6