2 6 2 e MAART 1926 j me. -ec sitj ■ah' im, ,v,. •Ög:ó .Jfnojt <>l v, >-'s.v': H i 'iyxl Jo dat was de vorige zittingsperiode precies het zelfde. In de vorige vergadering heeft de heer Ba- zelier geinsinueerd over mijne relaties met de Protestante Bouwvereeniging thans gevoel ik me verplicht deze aangelegenheid hier in het openbaar te bespreken. Toen ik vernam dat de Protestante Bouwvereeniging ging bouwen, heb ik gedaan wat ieder ander zou hebben gedaanik heb getracht materialen te leveren waartoe ik mij wendde tot den Architect, Omdat ik beste steen verkocht van de firma Daverveldt werd mij door den aannemer op gedragen het leveren van de voor- en achter gevel-steenen, benevens een partij schelpkalk en cement. Als zakenman keb ik getracht om borgen te krijgen voor die levering, zoodat de architect mij mededeelde, dat hij de rekenin gen zou ontvangen en met goedkeuring van den aannemer mijn geld op het kantoor der gasfabriek zou worden uitbetaald. Door de valuta-schommelingen, waren ook de prijzen der materialen aan groote veranderingen on derhevig, en daar een firma uit Bergen op Zoom grootere partijen kon aanvoeren, kon ik destijds daartegen niet concureeren, zoodat aan deze firma de verdere levering werd ge gund. Door mij is nooit met een bestuurslid over leveringen gesproken, ook niet met den voor zitter, die hier naast mij zit. Het was voor mij niets dan een provisiezaakje. Ik verklaar nooit met eenig bestuurslid in relatie te zijn geweest, zelfs was het mij destijds niet eens bekend, wie in het bestuur zitting hadden. Doch mijn materialen zijn van prima kwaliteit geweest, en het zal me een genoegen doen, zulks de heeren bij gelegenheid eens te kunnen bewijzen. Van mijn kindsche dagen af heb ik een weg bewandeld, dat was de rechte weg, de weg der rechtvaardigheid. Toen in Steenbergen het organisatieleven begon te ontluiken en te bloeien, werd die weg mijn lijdensweg. Als ik hier in den Baad de toestand der Bouwver eeniging besprak, was ik een leugenaar en een oproermaker. Bij een algemeene beschouwing werd op een misverstand een commissie van onderzoek ingesteld. Het rapport was bezijden de waarheid en de conclusie afschuwelijk. Ik moest uit uw midden worden verbannen en toen dat mislukte werd ik door den voorzitter der R. K. Bouwvereeniging, tevens wethouder van Steenbergen, met behulp van een mijnheer uit Bergen op Zoom, voor de Bredasche recht bank gehaald. Omdat i k had verkondigd wat 8 ah; - -.j i' ,r. s.* t,; .31 _L

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1926 | | pagina 27