14 2 4 FEa 1926 Al -■y~~r&<r evemvel zooveel te wenschen over dat (J een oommissie van toezicht om) liet Da- 0 (Celijksch Bestuur van adviezen te dienen, niet Langer meer kon worden uitgesteld, waarom dhr. Herbers, den Raad verzoekt B. en W. op te dragen of te machtigen tot benoeming eener Commissie als bovenbe doeld over te gaan". Mijne meening is dat we niet afwijzend tegenover een dergelijke Commissie bc- hooren te staan. Als de Raad ons evenwel opdraagt deze commissie te benoemden, dan verwacht ik dat later geen aanmer kingen zullen worden gemaakt, over de personen die wij daarin genomen hebben. dhr. BAZELIER. Ik had gedacht dat we vandaag liet rapport inzake de woning bouw der Protestante Bouwverecniging zou den kunnen behandeld hebbben. Ik ga accoord met het voorstel om ecne com missie te benoemen, welke tol laak heeft de Joelangcn der gemeente te behartigen, inzake den woningbouw der Protestante Bouwverecniging. Ik ga zelf accoord met een opdracht aan die Commissie tot onder zoek van alle uitgaven door die B-ouwver- eeniging inzake den woningbouw gedaan. In dit geval verlang ik van die ComL missie een rapport, waarin precies gespe- c'J'iceerde opgaven wordt gedaan van alle uitgaven der Bouwverecniging, van dien woningbouw. Ik verzet mij' ten sterkste tegen tsene evenlueele benoeming in die commissie; vau leden die vroeger met die bouwver ecniging in eenige zakenrelatie hebben gestaan, zoonls de heeren van Poortvliet, Herbers en Bazelier. VOORZ. Hetgeen waarover U aan het spreken is, is thans niet aan de orde. De bedoeling van den heer Herbers is, dat een oommissie zal worden benoemd, om den toestand der woningen te baoor- deelen. Het rapport inzake de Protestante uwvereeniging kan niet in behandeling gepomten worden, dit circuleert nog steeds bij de raadsleden. dhr. HERBERS. Wat de heer Bazelier daar aanhaalt, zijn allemaal zaken, die met dit feit niets te maken hebben. Aan de hand van de gegevens die we gekregen hebben van de vereeniging voor Nederlandsche Gemeenten, en gezien hoe de woningen der bouwvereengiing dikwijls worden verwaarloosd, heb ik gemeend. B. e W. te moeten adviseeren oni tot be- ik e'ming eener Commissie over te gaan. Spr. deelt mede dat de R.K. Bouwvereeni- g.rng reeds thans met een tekort van 350 duizend gulden zit. VOORZ. Ik kan me heel goed met Uw 14

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1926 | | pagina 15