2 4 FEB. 1926 0 betreft, de belasting voor het dansen wordt daer reeds met 50 pet. verhoogd, zoodat iemand met een dansvloer van 50 M2 toch reeds voor 75 M2 betaalt. dhr. JACOBS. Ik heb heelemaal niets tegen op de klassenverdeeling, doch ik vind alleen het verschil te groot. dhr. v. BERGEN. Het heele lage tarief is door onsopgenomen om de afgelegen herbergen niet onbillijk te belasten. In deze kleine cafe's wordt bij gelegenheid van kermis ook gedansen, doch deze menschen trekken alleen een beetje volk dat naar de kermis toe gaat, en daarvan terugkomt,op de drukste uren hebben zij niets of weinig te doen. dhr. BAZEL1ER. Bestaat de mogelijkheid niet dat door deze regeling de café's zon der tuinen in het gedrang komen. VOORZ. Ik geloof dat de praktijk leert dat dit niet het geval is. dhr. JACOBS. Wanneer in tuinen gedan sen wordt en daar zou een danstent ge plaatst worden, wordt dan de danstent be rekend naar de geheele oppervlakte of naar die van den vloer. VOORZ. Naar de geheele oppervlakte. Art. 7 wordt dan, evenals art. 8, met algemeene stemmen aangenomen. Art. 9. Krachtens dit artikel wordt de belasting terugbetaald, indien zij is geheven van vermakelijkheden, waarvan de zuivere opbrengst besteed is voor een liefdadig doel, mits minstens. 50 pet. der totale opbrengst voor dit liefdadig doel wordt afgezonderd. dhr. HERBERS. Het doel is het geld in de gemeentekas te krijgen en nu zou ik B. en W. willen aanraden van alle moge lijke vrijstellingen een lijst aan te leggen, en deze aan den Raad ter inzage te geven, dan kunnen de leden bij de begrooting daarop terugkomen, of eventueele opmer kingen bij B. en W. indienen. dhr. SWAGEMAKERS meent dat een afzondering van 50 pet. voor een liefdadig doel wel wat gering is, en zag dit bedrag liever gehandhaafd op 70 pet. dhr. v. POORTVLIET. Deze aangelegen heid heeft ook bij de finantieele commissie een punt van overweging uitgemaakt. Der gelijke vertooningen enz. brengen evenwel dikwijls nogal groote uitgaven met zich en nu zou het kunnen zijn dat wanneer 70 pet. moest worden afgestaan, de kosten niet zouden kunnen worden gedekt. VOORZ. Ook ik heb een aanmerking op 10

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1926 | | pagina 11