2 4 APR. 1925
Commissie. Met de Eedactie van het rapport
dat door den Voorzitter van de Commissie in
't kort werd opgesteld en door mij is uitge
werkt, kon hij zich geheel vereenigen, en nu
zegt hij juist het tegengestelde. Ik blijf bij het
voorstel van het rapport, want ik verwacht dat
met onteigening thans geen succes zal te
bereiken zijn.
Ik zou echter Burgemeester en Wethou
ders willen aanraden om eenvoudig de voor
waarden schriftelijk aan de wed. Broos voor
te leggen; die ze dan maar heeft te accepteeren
of te verwerpen.
dhr. SWAGEMAKERS. Ik denk niet meer
aan onderhandelen.
dhr. HERBERS. Ik wil mij hier even ver
dedigen tegenover het gezegde door den heer
van Herel. Toen wij die stukken in de Com
missie behandelden, was daarbij nog niet het
verweerschrift van den heer Swagemakers.
Wij hadden dus slechts een eenzijdig schrijven
van de familie Broos, en daarom ben ik met
het rapport meegegaan.
dhr. MOORS. Gezien de discussies wil ik
den raad aanraden deze zaak niet op de spits
te drijven. Intusschen moet ik echter de
beleedigingen mijn collega aangedaan ten
sterkste afkeuren. Wat betreft de insinuaties
aan het adres van B. en W., daardoor wordt
ik zelf ook beleedigd, doch ik meen dat we
daar wel overheen kunnen stappen. Ik vind
het verkeerd strijd teweeg te brengen waar
altijd nog minnelijke schikking mogelijk is, en
daarom wil ik voorstellen te trachten om nog
eens op een minnelijke wijze tot elkaar te
komen. Ik meen evenwel dat de voordeelen
die wij de familie Broos in het vooruitzicht
hebben gesteld, thans zijn vervallen, zoodat
de zaak opnieuw zal moeten worden opgezet.
dhr. BASELIER. Ik zou de heer Swage
makers even willen toevoegen //Zoo lang er
strijd bestaat, brand er een vuurtje" en dat
vuurtje zouden we op een bescheiden manier
moeten kunnen dooven. Daarom doe ik hier
een beroep op den heer Swagemakers om niet
tegenstaande het feit dat hij beleedigd is, nog
eens voor het laatst te onderhandelen.
dhr. VAN POORTVLIET. Waar de mee
ningen in het College van B. en W. ver
deeld zijn, ben ik er voor om toch de pacificatie
te steunen. Ik kan me het gevoelen van den
heer Swagemakers zeer goed voorstellen, en
daarom wil ik B. W. in overweging geven, de
voorwaarden aan de Wed Broos voor te leg
gen en indien deze geweigerd worden, tot
14