2 4 APR. 1925 203 7 Van zeer betrouwbare zijde is mij be kend geworden, dat reeds het toenzittend Dagel. Bestuur meermalen in onderhan deling is getreden met belanghebbende eigenaars. Aan voornoemd College is het echter niet mogen gelukken eenig resul taat te bereiken. Steeds stuitte de ouder handelingen af op te zware voorwaarden ein daarbij komende meer en meer ge- wijzigden vraagprijs. Bij rnijn intrede in den Raad op 'I September 1923 en de daaropvolgende benoeming tot Wethouder, was het als van zelf sprekend, dat ondergeteekende zeer zeker automatisch zijh deel zou krij gen in de toekomstige en de loopende gemeentezaken. Onder laatstgenoemde za ken behoorde de nog hangende kwestie in den Wildenhioek. Het tegen wooraige D B. heeft toen eveneens de Wildenhoek- zaak ter hand genomen. Na grondig (on derzoek en met de meeste onpartijdig heid Imet partijen in onderhandeling te zijn getreden, is ook dat College (er niet in geslaagd tot overeenkoimst te geraken. Daarna werd de zaak in handen gesteld van de Wegencolmtnissie, bestaande uit drie leden van den Raad. Voornoemde Commissie heeft haar onderzoek met de meeste nauwkeurigheid uitgewerkt, zij heeft zeer gunstige voorwaarden aange boden aan de Wed. Broos, maar dat 'kon de Wed. Broos niet bevredigen, zoodat hier opk de Wegencommissie meende van de onderhandelingen te mloeten afzien. Zoo werd dan de zaak weer teruggebracht bij B. en W. Aan hen behoorde de taak een defini tieve oplossing te Vinden art. 70 Gem'. Wet. B. en W. hebben toen nog (enkels onderhandelingen gevoerd met partijen, tolrtal ten slotte genoemd College meende, als laatste aanleg een oproep tot 'beide partijen te doen in het Gemeentehuis te Krui band, waar alsnog de eindbeslissing zou worden uitgesproken. Fen voorstel van B. en W. kop die bijeenkomst gedaan, dat het bedrag voor jaarlijks onderhoud van den weg werd Vastgesteld, werd door loeide partijen vlot weg aanvaard. De onderhandelingen door ondergetee kende op verzoek yan B. en W. 'begon nen, het bepalen van bet ioedrag van ieder belanghebbende, had hij de Wil- denhoekbewoners een zeer gunstig verloop De Wed. Broos vond het jaarlijkseh be drag echter te hoog, en meende dat izoo niet te kunnen accepteeren. Na nog her haalde malen de Wed. Broos er "kop tie henben gewezen, oïb toch vooral niet voor

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1925 | | pagina 36