11 WWft1 1925 18 8
e per leerling kan n.l. op de betrokken gemeente
worden verhaald.
<J\fjl^sWbwsMlju+l,,', dhr. v. HEREL vraagt of de gemeente ver
plicht kan worden tot betaling van dergelijke
bijdragen.
dhr. HERBERS, We hebben in een paar
dagen een oproeping gehad, en komen nu in
eens te staan voor een uitgave van ruim
f 23000. Ik vind dat hier wel wat al te haastig
wordt te werk gegaan. We zijn toch heele-
maal niet in de gelegenheid geweest om die
zaak te onderzoeken. Het wordt ons ineens
voorgelegd: wat moeten we nu doen? We
moeten toch de noodige maatregelen kunnen
nemen om het heft in handen te houden. Ik
ben op 't oogenblik nog onvoldoende ingelicht
en daarom kan ik zoo maar niet voorstemmen.
dhr. BA.ZELIER. Zijn B. en W. wel vol
doende ingelicht dat de verboHwing zooals men
wenscht uit te voeren, absoluut noodzakelijk
is? Kijk eens, Dinteloord levert ons een partij
met kinderen en doordat Dinteloord ons die
kindertjes levert moeten we bouwen. Nu doet
Dinteloord dit, Dinteloord weet dat ons onder
wijs hoog staat aangeschreven, doch als er
straks eens een reuzen-onderwijzer in Dintel
oord komt, dan gaan die kinderen weer terug
naar Dinteloord, en daarom zou ik Dinteloord
eenigszins willen pressen, dat ze er later zoo
maar niet afkunnen, want dan zitten wij met
onze gebouwen. Onze zustergeburen zouden
daarin moeten meebetalen en daarom zou ik
graag hoorenyhoe groot is de som die ge-
fauteerd wordt
VOORZ. De aanvrage is geheel conform
de wet, en dan zijn we gebonden. Dinteloord
moet evenwel aan Steenbergen den kostenden
prijs per leerling vergoeden. Een tweede kwestie
is, wanneer Dinteloord zelf eens een U.L.O,
school ging stichten, waardoor hier de school
zou worden leeggepompt; doch dan heeft
Steenbergen nog iets in handen om de schade
te dekken. Immers ieder schoolbestuur heeft
als waarborgsom 15 pet. der stichtingskosten
moeten storten en wanneer nu het schoolbe
stuur niet aan zijn verplichtingen voldoet,
vervalt deze waarborgsom aan de gemeente.
dhr. v. BERGEN. De schoolkwestie van de
Heen heeft ongeveer anderhalf jaar geduurd
en toen ten slotte teekening en verdere be
scheiden aanwezig waren werd deze aange
legenheid eerst nog in handen eener commissie
gesteld. Ik begrijp niet goed waarom we dit
verzoek nu zoo maar in eens moeten toestaan.
Ik vind het bezwaarlijk van zoo maar in eens
5