11.1" EB. 19.-4 44 dhr. MOORS kan zich met het gesprokene door den heer van Herel wel vereenigen. dhr. v. POORTVLIET. Ik kan met den heer van Herel meegaan, mits de uitgaven worden gecontroleerd, en tot een zeker maxi mum bedrag worde bijgedragen. dhr. HERBERS. Ik ben er voor om op 't oogenblik nog geen besluit te nemen. Laat de Burgerwacht zich eerst eens wenden tot in vloedrijke personen, ten einde deze een offertje te laten brengen. We kunnen dan later nog maar zie r. VOORZ. Als de gemeente enkel de schul den betaalt, zal de Burgerwacht toch nog wel bij de ingezetenen moeten aankloppen. Wil mijnheer van Herel zijn voorstel toelichten? dhr. VAN HEREL. Mijne bedoeling is dat hoogstens f 600 wordt betaald, over een tijd vak van 3 jaar. dhr. HERBERS meent dat invloedrijke per sonen thans moeten helpen. VOORZ. U vecht hier tegen de bierkaai. Als de Raad geen subsidie geeft, zullen we toch de schulden moeten overnemen. dhr. HERBERS. Als we zoo doorgaan, en zeggen, nWe zullen" toch wel moeten betalen, W6 zullen, dat moeten we er af laten. Waarom nu reeds in de toekomst gekeken, we kunnen toch volgend jaar nog maar zien. Ik zou wil len dat nu eerst de invloedrijke personen eens hielpen. dhr. BAZELIER. U hebt aan mij wel ge merkt dat ik absoluut niet tegen de burger wacht ben, en daarom ben ik sterk voor buurt- commissies. Als ze bij mij komen, zal ik graag een klein offertje bijdragen. Ook gevoel ik veel voor het voorstel van den heer v. Herel. Maar nu deze vraagHeeft de burgerwacht op eigen //iniatief" die schulden gemaakt, of was het voor de burgerwacht noodig die schul den te maken P VOORZ. De burgerwacht heeft bij den aanleg dier werken geheel gehandeld binnen den kring harer eigen bevoegdheid en deed zulks in het belang der instelling. dhr. BROOIJMANS. Ik ben er wel voor de schuld af te lossen doch zou hiermee liever wachten tot de volgende vergaderingde bur gerwacht kan dan een rekening en verant woording indienen, zoodat de leden kunnen zien hoe het geld besteed is. VOORZ, Ik zou met u accoord kunnen gaan, maar ik vrees dat we een volgende maal weer dezelfde discussies zullen krijgen. Ik stel voor aan het voorstel van den heer van 6

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1924 | | pagina 45