23 iAN19?4 3 7 dan nog in aanmerking Wvergoeding. Het crtos werkt liever, en daarom zou het onbillijk 7Ün dat die menschen werden uitgeschakeld. ll zou daarom het dagelijksch bestuur in overweging willen geven alleen die dagen te korten, dat elders gewerkt is. "VOORZ. Ik meen dat de heer Baselier Z1Cdhr0r bIsELIER. Dan vergis ik me niet, maar de menschen die me dat hebben verteld. VOORZ. Wanneer een werkelooze 1 dag werkt, wordt ook maar 1 dag gekort. Het komt evenwel voor dat zoo iemand gaat werken en zich toch komt melden. Sommige werke- loozen zeggen dat ze 6 weken zonder werk zijn, terwijl bij onderzoek blijkt, dat ze maar een week werkeloos zijn. Dan rijst wel eens twiifel aan het rechtvaardigheidsgevoel dier menschen. Dat doet hier nu met ter zake We moeten thans de menschen helpen. Maa die steunregeling moet ook weer met te lang duren Ik meen dat het voorstel-Herbers 2oed is. Verder moet een limiet worden vast gesteld hoeveel boonen per gezin worden ver strekt. Willen de handelaren dan meer boonen laten uitzoeken, dan kunnen ze dat voor eigen rekening doen, dhr. BASELIER vreest dat dan geen boo nen van elders zullen komen. dhr BROOIJMANS meent dat de lieer Baselier zich vergist. Het hoofddoel is werk verschaffing. Als de menschen nu boonen ge noeg hebben, dan behoeven er geen van elders te komen. dhr. JACOBS. Daar behoeven de heeren niet mee tusschen te zitten. Als er geen boonen aangevoerd worden en ,eder g®Z^ heeft een klutsje uitgezocht, dan zullen de werkeloozen dikwijls zonder boonen bitten dhr BAZELIER. Ik ga volkomen accoord met den heer Jacobs. Denk er om, er zijn meer dan 200 werkeloozen. VOORZ. U praat van 2C0 werloozen. Dat ziin nog geen 200 werklooze gezinnen. ZZLl telt gtoot gedeelte deze, menschen steun uit de werkeloozenkas dhr JACOBS bepleit de wenschelijkheid om ook de georganiseerde werkioozen te steunen. Deze menschen die een heel jaar f 0.57 per week betalen, zouden nu minder krijgen als de ongeorganiseerden. Spr. vindt het verkeerd deze menschen nu in den winter achter te stellen VOORZ. We kunnen blijven praten totaa er van de regeling niets overblijft. Ik vind he 6

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1924 | | pagina 38