5 JAN.
iy j'i
dhr. HERBERS. IE wilde controle, dhr.
Moors wilde hierin niet helpen, en daar
om moest ik zijn principe laten varen.
dhr. BAZELIER. De heer Herbers heeft
ook mij nog eens moeten blameeren
Maar dat gaat langs mijn koude kleeren
af. De heer Herbers schijnt nog eenigs-
zins verbitterd te zijn. In mijn ingezonden
stuk heb ik hem gtezegd: „wij' kennen el
kaar". Ik heb in mijn algemeene besehou
wingen de verkiezingen laten rusten. De
heer Herbers heeft daar nog eens reclame
voor igemaaktMisschien is hij gestoord
dat hij in 1917 geen victorie behaalde.
Ik heb twee maal het groote lichaam
de Kiesvereeniging overwonnen.
De heer Böckling, van wien een zoon later
priester is geworden, heeft mij destijds aange
zocht met een aparte lijst te komen, en heeft
toen ook die lijst direct met zijn bandteekening
bekrachtigd.
dhr. HERBERS. Wat een eer!
dhr. BAZELIER. Wanneer ik mijn woord
gegeven heb, dan geldt dal niet voor een
slechte zaak. In 1923 heb ik me bij de
Kiesvereeniging teruggetrokken, omdat ik
wist dat er geknoeid werd.
De Gemeentewet verbiedt wel het hou
den van ruggespraak, maar wat heeft
Mijnh. Herbers gedaan? Dat is duide
lijk gebleken bij de benoeming van de
candidaten voor leden van het college
van Zetters. Heb je toen geen briefjes
rondgestuurd, en heb je zelf voor de
vergadering geen onderonsjes staan manen
mtet enkele raadsleden? Durft jij1, te pra-
ten over eerlijkheid en rechtvaardigheid
Moet jij nog wat zeggen? 't Gaat de
perken te buiten man.
dhr. HERBERS. Ik kan niet begrijpen
dat de heer Bazelier mij wil verbieden,
dat de raadsleden onderling besprekingen
zouden houden.
Bovendien m!ag ik toch wel van mijn
recht |om me te verdedigen gebruik maken.
dhr. BAZELIER. Je verdedigen, dat is
je recht, neen dat is je plicht man. Maai
ik moet uit alle macht proteseeren legen
hetgeen je gedaan hebt.
dhr. BASEfctBR. Niet zoo kwaad, jó
dhr. BAZELIER. Niet zoo kwaad? De
kiezers zullen weten wat ze aan Bazeliei
hebben.
De algemeene beschouwingen worden
hierna gesloten.
De VOORZ. stelt voor de vergadering
te schorsen ten einde eerst wat le pausec-
ren, en daarna met de artikelsgewijze be
handeling der begrooting te beginnen.
Daar de heer van Poortvliet de Lijd van
pauze met het oog op de buitenleden,
16