<r 1° 3 -3.%.^ 5 1928 nr. 92 goedgekeurde raadsbesluit, dd. 27 Maart 1923 tot heffiog van een be lasting op de honden. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 10. Verzoek slagers tot teruggave van betaald keurloon dd. Maart 1923. De VOORZ. zegt een staatje te hebben op gemaakt van de ontvangsten en uitgaven over de laatste 10 jaren. De meerdere uitgaven bedroegen in dien tijd f 4518.89, vermeerderd met f 641 pensioensbijdragen. Zij, die van meening zijn, dat in 1922 zooveel meer is ontvangen en daardoor de kosten gedekt zijn, vergissen zich deerlijk en wanneer we alleen rekenen over de laatste 5 jaren en dat ver- deelen, dan hebben we nog een flink verlies, zoodat de slagers zullen zien dat de gemeente er geen garen bij gesponnen heeft. B. en W. kunnen derhalve geen vrijheid vinden op het verzoek in te gaan. dhr. VAN POORTVLIET meent dat dit verzoek niet zoozeer raakt de vorige jaren, zij drukken alleen en uitsluitend op deu tijd van de invoering der nieuwe keuring en dat de slagers van andere gemeenten niet over de zelfde kam zijn geschoren, waardoor de con currentie tegenover andere slagers te zwaar is. dhr. BASELIER. In het gesprokene zit veel goeds in, maar er is voor ons nog veel onduidelijks in, en vraagt of dat niet op de consumenten is verhaald. VOORZ. Denkt u dat dit niet verhaald is op de consumenten dhr. VAN POORTVLIET. Het is wel mo gelijk dat dit gedeeltelijk verhaald is, doch indien dat door alle slagers betaald was, was er geen aanleiding geweest, en nu is het geen eerlijke concurrentie. VOORZ. Vroeger hebben zij daar nooit iets van gezegd, maar nu het in het voordeel is, nu komen zij direct geloopen en zeggen „wij hebbon concurrentie van andere ge meenten gebad en nu willen wij dat terug hebben. dhr. v. POORTVLIET. Vroeger was het keurloon geen f 5.— per stuks vee en het gaat hier over de onbillijkheden door de slagers uit andere gemeenten, waar het lager was. VOORZ. Dat ligt niet aan Steeubergen. Deze gemeente was klaar, de andere niet. Aanvankelijk was de bedoeling op 1 Jan. 1922 in werking te treden. Wij konden er niets aan doen, dat in onze verordening stond f 7.— 6

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1923 | | pagina 78