~3.AU6.19 _3 toe te laten. Naast een wet bestaat ook nog een geweten. Ik kan die behandeling geen naam geven en wanneer de menschen van de Heen, die hunne stem moesten uitbrengen door te stemmen op nr. 1 der Katholieke lijst, dan zal dit nu niet meer worden gehandhaafd en zal dit vredelievende plaatsje een ramp worden bij de volgende verkiezingen. dhr. v. POORTVLIET. Ik kan niet beoor- deelen in hoeverre de publieke meening ge grond is als zouden de overige leden een wenk hebben gehad, dat wil niet zeggen van de secretarie, dan eerder van andere zijde. Ik zelf ben ook gewaarschuwd en stel voor indien het mogelijk is hem te handhaven, dat te doen. VOORZ. Wie geluisterd heeft naar het adres, zal gehoord hebben, dat hij gewaar schuwd is door van Bergen, doch dat kan mij ook minder schelen. Ik heb niemand gewaar schuwd en ik ben ook geen knecht om de raadsleden achterna te loopen. Maar argu menten waarop over de toelating kan worden beslist, heb ik nog niet gehoord- Wil de Raad hem toelaten, dat is mij hetzelfde, maar in alle geval moet ik Ged. Staten daarmede in kennis stellen. dhr. v. POORTVLIET. Waarmee in ken nis stellen VOORZ. Dat het besluit tot toelating van den heer P. Rozendaal is in strijd met de wet. dhr. BA.SELIER. Maar de omstandig heden zouden hier toch van invloed kunnen zijn en dan moeten Ged. Staten het maar uit zoeken, niet dat ik van Herel onsympathiek ben,heelemaal niet,doch ter wille van den vrede. VOORZ, Ik zal het voorstel der commissie splitsen: lo. om toe te laten de nieuw gekozenen behalve van Herel en Rozendaal. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. Thans zal ik in stemming brengen de 2e conclusie der commissie, nl. den heer Van Herel toe te laten en den heer Rozendaal niet toe te laten als raadslid. dhr. HERBERS. Voor verder wordt gegaaD, dan wil ik hierin voorzien, door van Rozen daal toe te laten, dan is er toch beroep op Ged. Staten. En op dit oogenblik afwijzend beschikken op de toelating van Van Herel, dan moeten Ged. Staten maar zien. VOORZ. Indien iemand meent, dat het raadsbesluit op onwettige wijze tot stand komt, dan is er beroep op Ged. Staten, waarop ik nog even meen te moeten wijzen. O ry O 3

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1923 | | pagina 75