2 51 -3.AUG. 1913 De openbare vergadering wordt geschorst, teneinde de commissie gelegenheid te geven haar opgedragen taak te volvoeren. Na heropening der vergadering, nadat inmiddels de heer J. Peeters ter vergadering is verschenen, doet de commissie bij monde van den heer Theunisse de mededeeling, dat alle geloofsbrieven in orde zijn bevonden, behalve die van den heer P. Rozendaal, welke te laat zijn ingediend. De commissie stelt voor tot toelating der benoemden, behalve van den heer P. Rozen daal. Tevens heeft zij de algemeene bemerking, dat het cijfer in de dagteekening bij alle is veranderd. Zij had liever gezien dat die door haling was gewaarmerkt, zooals dit bij ofïicieele stukken behoort. VOORZ. zegt dat de stukken niet op 23 Mei konden worden afgegeven, omdat de zitting van het Centraalstembnreau toen nog niet had plaats gehad, doch dat deze reeds eerder ter Secretarie waren klaargemaakt. dhr. BASELIER. Het Raadslid Rozendaal is gekozen met medewerking der arbeiders uit zijne omgeving zoodat het voor hen een groote tegenvaller is. Het is met hem juist gegaan als met mij en anderen. Op 24 Juli was alles in actie en zenuwachtig. Ik ben de kiezers dankbaar en zoo zal het wel met ieder zijn. Toen ik in 1915 hier ben gekomen, was ik een leek en toen heb ik er wat voor gedaan om het in orde te krijgen en hel is altijd zoo gegaan. In 1917 en 1919 heb ik er niet eens meer aan gedacht en het is altijd goed gegaan. Zoowel voor mij, als voor de overige Raads leden moet het een allertreurigste ontmoeting zijn, wanneer een nieuw gekozene er op zoo'n manier inloopt. Ik had niet anders gedacht, of de Secretaris zou alles klaarmaken. Toen de Secretaris tegen mij zeide Jacobs heeft het ook aangenomen, dacht ik het is in orde, en hij heeft niet gezegd ik doe het en ook niet ik laat het. Maar toen ik een gewoon dingetje, een bewijs van Neder landschap ging halen informeerde ik of alles in orde was en het sneed mij door de ziel, zoowaar er een God is, dat ik van den Secre taris moest hooren, ben je ook gewaarschuwd en gaat ge ook nu de anderen waarschuwen, ik maak die poppenkast niet meer mee. dhr. HERBER8. Wat de heer Baselier heeft gezegd is ook eenigszins mijn idéé en ik wil de heeren ook in overweging geven hem 2

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1923 | | pagina 74