2 4 8
~9.IViEI.19/-3
dhr. PEETERS. Er staan slechts 2 wegen
open, en wel: Nu steunen en geen tentoonstel
ling of wel nu niet steunen en dan een tentoon
stelling doen houden.
dhr. H.ERBERS. Ik kan mij vereenigen
met het gesprokene, door den heer Baselier.
De leden zijn alle landarbeiders, en denken
natuurlijk ook, ,,'t is beter één vogel in de
hand, dan tien in de lucht,en daarom beu
ik er voor om hen direct te steunen.
Maar dit is nog geen motief om te zeggen
„nu kan er geen tentoonstelling komen". We
kunnen de menschen nu steunen, en dan kan
later een tentoonstelling worden georganiseerd.
dhr. ÏHEUNISSE. Ik ga accoord met het
gezegde van de heereu Herbers en Baselier.
Ik wil het voorstel van B. en W. steunen en
de menschen het gevraagde bedrag geven. Die
tentoonstelling is een bijkomstigheid.
dhr. VAN BERGEN vraagt den Voorz, of
de voor het houden eeuer tentoonstelling
gevoteerde f 75.daarvoor bestemd blijven,
ook al worden de gevraagde f 25,gegeven.
VOORZ. antwoordt hierop bevestigend,
dhr. VAN BERGEN. Dan ben ik ook voor
een directe steunverleening. Met een subsidie
van f 75.en een verloting, kan wel een
tentoonstelling worden georganiseerd.
VOORZ. Als wij op het verzoek goedgunstig
beschikken, en de gevraagde f 25 toekennen,
wil dat geenszins zeggen, dat we de tentoon
stelling weg willen hebben.
dhr. OVERDUIN. Ik ben het eens met
het gesprokene door de drie laatste heeren,
speciaal de 'neer van Bergen. Ook ik zou graag
de tentoonstelling willen doen houden. Als de
tentoonstelling niet kan worden gehouden,
zouden we die f 75 kunnen verdeelen. Overi
gens ben ik er vóór om de gevraagde subsidie
te verleenen.
dhr. PEETERS. Mijn doel is de vereeniging
te steunen, en de tentoonstelling in stand te
houden, voor die tentoonstelling hebben de
heer van Bergen en ik altijd gewerkt en U
begrijpt, dat we dan zoo iets niet graag ten
gronde zien gaan.
Nu ik evenwel U (de Voorz.) en de heer van
Bergen heb hooren spreken, wil ik graag het
voorstel van B. en W. steunen, en trek ik mijn
voorstel in.
De VOORZ. meent dat het punt voldoende
is besproken en wil de discusies sluiten.
dhr. BASELIER wil nog gaarne aan de
vereeniging meegedeeld zien, dat 't het
gemeentebestuur aangenaam zal zijn indien zij
deelneemt aan de tentoonstelling.
4