297 -8.N0V 1373 de gelagzaal van den heer Herbers byeen— komsten, danscursussen en toeneeluitvoeringen te mogen houden, en verzoek dd. 27 October 1923 van de dansclub „Ons Genoegen" om gedurende de wintermaanden een danscursus te mogen houden, in een gesloten localiteit bij den heer Herbers welke localiteit op die avonden alleen voor de leden toegankelijk is. Mej. VAN MEER. Ik zie in dansen abso luut geen kwaad, en vind het zeer goed dat zoo'n vereeniging tot stand komt. Ook de ouders zullen dit toejuichen, omdat ze dan weten waar hun kinderen blijven. dhr. BASELIER. Ik zou willen vragen, waarom dit stuk bij den Raad is gebracht. Het betreft hier een aangelegenheid die uitsluitend behoort tot de bevoegdheid van den Burge meester. VOORZ. Ik heb dat stuk niet achter willen houden. dhr. BASELIER stelt voor het verzoek terug te zenden naar den Burgemeester. dhr. HERBERS. In art. 40 der Politie verordening komt gelijke bepaling voor als in art. 188 der gemeentewet. De ouders hebben in den huidigen tijd geen toezicht meer op hun kinderen. Door het groot aantal middelen van snelvervoer zijn de jongelui in een half uur in Bergen op Zoom en gaan daar den vloer op. De ouders weten niet waar hun kinderen terecht komen. We moeten trachten de menschen zooveel mogelijk in Steenbergen te houden. De Burgemeester heeft hier alleen de bevoegdheid, maar hij zal toch de meening van den Raad wel willen vernemen, en daarom meen ik de volgende motie te moeten voorstellen Motie De Raad der gemeente Steenber gen, in zijne vergadering van 8 November 1923 bijeen, Gezien het verzoekschrift van de vereeni ging T.a.v.e.n.u. om danscursussen en tooneel- uitvoeringen te mogen houden Gelet op de onmacht der ouders, om te voorkomen dat dergelijke cursussen door hunne kinderen worden gevolgd in naburige gemeen ten, wegens de middelen van snelvervoer Verzoekt den Burgemeester, om de hem door den Wetgever in art. 188 der Gemeente wet gegeven bevoegdheid, in overeenstemming met de tijdsomstandigheden te willen uit oefenen en rekening te houden met de onmacht der oudersen gaat over tot de orde van den dag. dhr. BOGERS Ik ben het met den heer 11

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1923 | | pagina 120